Legering. Vermelding van het feit, dat, hoewel gestreefd moet worden naai de meest mogelijke geriefelijkheid voor mensch en paard tijdens de legering, de wijze van legeren ten slotte afhankelijk is van den afstand, waarop de vijand zich bevindt en van de werkzaamheid van diens luchtstrijdkrachten, wordt noode gemist. Het niet ver melden ervan heeft als direct gevolg gehad dat aan de princi- pieele verschillen betreffende de legering onder die omstandig heden slechts sobere aandacht is geschonken. De punten 118 en 119 doelen er wel op, doch in hoofdzaak slechts voor treinen en bereden wapens. Omtrent het bivakkeeren bepaalt het A. T. V. zich tot het (in 117(1)) noemen van eenige eischen welke men bij de keuze van een bivak in acht moet nemen. Beter en volle diger (niet alleen op hygiënisch gebied) worden deze eischen ver meld in O. V. G. D. 22. De voorwaarden, welke het A. T. V. in 117(1) aan een bivak stelt lezende, krijgt men den indruk alsof men bij voorkeur hoogten moet opzoeken. De voornaamste en eerste eisch aan een bivak te stellen z. m. gelegen aan of bij een rivier, wordt niet genoemd. Ten einde kwartiermakers eenig houvast te geven bij de voor bereiding der legering ware het wenschelijk in dezen grootere uit voerigheid te betrachten. Gegevens en wenken omtrent hetgeen per man, paard, compagnie, eskadron, batterij enz. aan m2. op pervlakte in kampongterrein noodig is, de wijze waarop austr. en inheemsche paarden in bivaks moeten worden geparkeerd en vastgezet, praktische aanwijzingen berustende op ervaring ver kregen tijdens het bivakkeeren in Indische terreinen verdienen zeker bekend gesteld te worden. Bij eene herziening van het A. T. V. zouden onzekerheden om trent onze organisaties, kunnen worden weggenomen. Zoo is thans ten aanzien van punt 118(3) de vraag gerechtvaardigd of wij over een „algemeene trein" beschikken Is hierbij gedacht aan een divisieautocolonne (trein) totaal 160 2-tons lastauto's be staande uit een (artillerie-) munitiesectie, een verplegingssectie en een sectie voor het vervoer van algemeene behoeften Ten aanzien van 119 rijst de vraag waarom hier, in strijd met de in het voorbericht aangegeven opzet dat slechts grondregels en hoofdlijnen worden gegeven, wordt voorgeschreven dat de genietroepen nabij de parken moeten legeren. Dit ware den bevel hebber over te laten. Aangezien zoowel de batterijen motor- veld- als bergartillerie over een eigen pionierafdeeling beschikken is voor het verrichten van pionierarbeid, legering van de genie bij de parken niet noodig. Dat ter wille van een goede voorbereiding der legering z.m. en kele dagen te voren een of meer officieren (generale staf, inten dance, geneeskundige dienst) voor de verkenning worden vooruit 38

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 38