gezonden is natuurlijk juist, 121(1). Wenschelijk kan het zijn aan
het vooruit te zenden personeel eenige uitbreiding te geven b.v.
personeel van den verbindingsdienst, van den diergeneeskundigen
dienst, gasbeschermingsdienst, verplegingspersoneel en verkeers
politie.
De praktijk toont aan, dat het als kwartiermakers in punt 122
(1) genoemde kader niet de hulp kan ontberen van eenige man
schappen voor het treffen der maatregelen in 123 genoemd. Daarom
ware te bepalen dat per compagnie, batterij, eskadron de kwartier
makers zullen bestaan uit 1 onderofficier en 2 man per regiment
infanterie en artillerie, per half-regiment cavalerie, bataljon infan
terie en afdeeling artillerie 1 officier en 2 man.
We mochten reeds ter sprake brengen, dat de wijze van legering
afhankelijk kan zijn van de te verwachten werkzaamheid van 's
vijands luchtstrijdkrachten. Dit zou tot uitdrukking gebracht kun
nen worden bij het opsommen van de maatregelen welke de
kantonnenrents- (bivak-) commandant op grond van het ont
vangen Iegeringsbevel dient te nemen en wel door daaraan toe
te voegen beveiliging van het bivak- (kantonnement) tegen vlieg-
tuigaanvallen. Daarbij zou er tevens aandacht aan geschonken
kunnen worden dat de bivak- (kantonnenrents-) commandant niét
alleen de alarmplaatsen, 124(2) moeten vaststellen doch tevens
bepalen welke maatregelen bij algemeen alarm, luchtalarm, gas-
alarm en brand dienen te worden genomen en hoe in verschillende
alarmeeringsgevallen de wijze(n) van waarschuwing zullen plaats
vinden.
Na het uiteengaan van den troep op de appèlplaatsen zullen de
officieren alvorens in te rukken de kwartieren hunner manschap
pen en de stallen der dieren bezoeken (125,5), de bereden troepen
verzorgen eerst hunne paarden. In dezen tijd van gemechaniseerde
eenheden enz. behoort hiernaast het voorschrift, dat de tot auto
mobiele eenheden behoorende militairen alvorens in te rukken, de
motoren dienen na te zien en te verzorgen.
Thans iets over 133. In de nabijheid des vijands is het blazen
van signalen behalve de signalen „alarm" en „gasalarm" ver
boden, deze signalen mogen alleen op last van den kantonnements-
(bivak-) commandant worden geblazen, tenzij bij plotselinge
bedreiging door den vijand of met GAS, in welk geval zij ook
bij de wachten op last van een officier mogen worden geblazen.
In het Algemeen Signalenboek komt onder 45 signalen voor
oefeningen IN HET GEVECHT voor gasalarm (229).
Hier zou ik de vraag willen stellen of dien gasalarmblazende
hoornblazers geen groot gevaar dreigt.
39