nomisch ten opzichte van de munitie, die wij zeker later brood- en broodnoodig zullen hebben. Heeft de vijand zich toch ter verdediging ingericht, dan is het vuur als mechanische vuursteun onvoldoende en mist daardoor eveneens elk effect, terwijl bovendien in de onzekere verhoudingen van den omvattenden aanval er geenerlei zekerheid bestaat dat het juiste tijdsverband tusschen het zich verplaatsende artillerie vuur en de bewegingen van de infanterie kan worden gelegd. Waarmede eveneens het nuttig effect staat of valt. De door den heer S. onder het hoofd „vuurdichtheid" gegeven beschouwingen gaan eveneens van de praemisse uit, dat de in het schema" voorziene wijze van artilleriesteun geen begeleidend afsluitingsvuur is of wil zijn. Daar wij dit, als gezegd, anders zien, gaat zijn redeneering verder langs de onze heen en vol staan wij met te verwijzen naar de zooeven gehouden beschou- WAüeen moet, naar aanleiding van hetgeen de heer Sandberg bovendien nog vermeldt, ons de opmerking van het hart, dat het toch nimmer de taak van de steunende artillerie is noch kan zijn, alle mitrailleurs voorgoed het zwijgen op te leggen, maar wel om deze zoo mogelijk alle voor eenigen tijd te neutraliseer en. In zijn bekend boek: „Infanterie-Artillerie, dans 1' ataque. Liaison et Fusion" geeft de generaal Becker omtrent dien tijd van neu traliseering belangwekkende gegevens. De Stokes-mortieren zijn ook zeker niet bestemd om de in de diepte opgestelde mitrailleurs van den aanvang af te bestrijden. Niet alleen, dat zij dit niet kunnen, maar bovendien zou dit een voortijdigen inzet van deze aanvalswapenen beteekenen, niet al de daaraan verbonden nadeelige gevolgen. Dat is de speciale taak van het „dieptevuur", waarvoor naar de meening van den heer Sandberg geen artillerie meer beschikbaar is. De taak van de Stokes-mortieren bestaat o. i. slechts uit de incidenteele bestrij ding van de aan het artillerievuur ontsnapte of zich daarvan hersteld hebbende mitrailleurs. Over hetgeen de heer Sandberg zegt over de breedte van het steunende artillerievuur en van het aanvalsvak kunnen wij kort zijn. De hiergegeven beschouwingen bevestigen en dekken de onze. Wij zijn echter niet zoo optimistisch gestemd als de heer Sandberg over het nuttig effect en over de mogelijkheid van het zijdelings vuurverleggen. Integendeel! zulks mede op grond van hetgeen de oorlogservaring heeft geleerd omtrent den duur van den neutra- liseerenden invloed van het artillerievuur. Zie het hierboven aan gehaalde boek. Let welIn het geval van een frontalen aanval op een zich ter verdediging ingerichten vijand. 55

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 55