79 Een methode wordt aangegeven waardoor het mogelijk is om door mid del van vier „panneaux" negen en vijftig getallen uit te drukken in plaats van ae 32 reglementaire combinaties, hetgeen dus een te waardeeren aanwinst beteekent. Scheidsrechterlijke dienst. Journal of the Royal United service instition. No. 503. Augusust 1931. Military umpiringkolonel C.G.S. Harvey. „Umpiring" is bepaaldelijk „teamwork" daarom de leden van het „team" zoo eenigszins mogelijk niet te veranderen. Ten einde de div. en brigade scheidsrechters in staat te stellen hun taak naar behooren te vervullen, moeten zij zoowel een auto als Paarden ter beschikking hebben van af het begin der bataljonsoefeningen". We lezen verder o.a. dat de div. (brigade-) scheidsrechter verantwoordelijk is voor de oefening van alle scheidsrechters in de div. (brigade). Alle ver plichtingen, ook van de „junior umpires", benevens een en ander omtrent „umpire report centre" en „duties of narrative officer" worden besproken. Genietroepen. De militaire spectator. No. 9. September 1931. Inrichting en gebruik van gaszoekhchtenheeden", kapitein H.J. L. Hornix. Ten opzichte van patrs. e.d. hebben gaszoeklichten onder zeer gunstige omstandigheden (droog, donker weer) een werkingssfeer van 400 m.; bij het indeelen ervan en het geven )|an opdrachten rekent men op geen grootere werkingssfeer dan 300 m. In Nederland is per div.-groep een eenheid van 6 gaszoeklichtwagens a 6 gas zoeklichten compleet ingedeeld. Daarbij behoort nog een zuurstofcolonnl (5 zuurstofwagens, elke met 8 zuurstofflesschen. Dienst van aan- en afvoer. De militaire spectator. No. 8 Augustus 1931. Over aan- en afvoer luit. kol. R.]. Hoffman. N. a. v. het pleidooi van kapitein H. Polis in de luni- aflevering voor de centralisatie van de auto-treinen in het veldleger Schr waarschuwt tegen de aanbevolen decentralisatie. „Het besluit tot centralisatie ya,n de regeling voor het gebruik der automobieltreinen bij ons te lande is indertijd mede gegrond op de oorlogservaringen, welke bij het Fransche leger op dit gebied zijn opgedaan". s Kapitein Polis geeft in een kort naschrift te kennen dat z. i. regel zal zijn het toebedeelen van deelen der autotreinen aan de D.G. en dat bij de organi satie er de voorkeur aan moet worden gegeven ook van dit beginsel uit te gaan. Strategie. De militaire spectator. No. 8. Augustus 1931. Algemeen overzicht van de oiitwikkeling der strategische denkbeelden in den loop der jarenkapitein J. J. C. P. Wilson. Als slot worden thans behandeld VI. De ontwikkeling der tactische en strategische denkbeelden in het tijd- van tusschen Napoleon's val en het optreden van maarschalk von Moltke. (Het tijdperk der doctnnairenvon Bülow, Jomini, Aartshertog Karei van Oos tenrijk en von Wilhsen; hun tegenvoeter en tijdgenoot von Clausewitz, vertegenwoordiger van de ideologische school, waartoe ook von Oneisenau en von Scharnhorst behoorden). (Vóór 1870 in Frankrijk de innéisten die betoogden dat de oorlogvoering niet aan regels gebonden was, de kunst van oorlogvoeren was aangeboren, hptff H0" W0,I'dei? aangeleerd: hun eenige beginsel was: aanvallen. Na 1870 neeit deze school afgedaan.) Clausewitz^ boek16" beschouwing Senomen de hoofdgedachten van v. VII. Von Moltke. «jrhnn^vprWp .9|a" ™se witz in het Duitsche leger gevormde theoretische school verder ontwikkeld en aangepast aan de practijk na de in de oorlogen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 79