70 13. TIJDSCHRIFTENOVERZICHT. Opleiding. AU. Schweizerische Militarzeitung No. 8. Augustus 1931. „Die Aus- bildung des Zuges und der Kompagnie für die Verteidigung", kapitein v. Muralt. Slot. We wijzen in het bijzonder op de „Leidraad voor de sie.- en de cies. cn." en de „Volgorde der werkzaamheden bij het in staat van verdediging brengen". La Revue d' Infanterie. No. 467. Augustus 1931. „Progrès du feu.— Décadence du tir", commandant Le Brigant. „De oude formule is nog steeds van kracht. De goede infanterist blijft nog altijd hij, die zijn vuur nauwkeurig weet af te geven, die wil dat zijn kogels uitwerking hebben. En wanneer voortaan het onderricht in „1' exécution mécanique du tir" en de vuurdisci- pline moet worden gegeven in een „plan d' ensemble", dan nog moet dat onderricht de individueele vorming van den schutter onaangetast laten". Voorschriften. Mil. Wochenblatt No. 5. Augustus 1931. Neue französische Vorschrif- ten". Bespreking van het velddienstvoorschrift voor alle wapens. „Vrachtauto transporten worden voor de volgende afstanden als doelmatig aangemerkt: inf. boven de 20 km.; art. boven de 60 km.; vechtwagens boven de 10 km.; de dagtaak bedraagt tot 80 km., de gemiddelde snelheid 10 12 km. Bij nacht is deze belangrijk minder in het bijzonder wanneer met gedoofde lichten wordt gereden. Transport van inf. ransels loont ook beneden de 20 km., van onbespannen art. tusschen de 30 en 60 km.de bespanningen marcheeren dan". Tactiek. Mil. Wochenblatt. No. 5. Augustus 1931. „Zusammenarbeit von Kampf- wagen und Artillerie beim Angriff". N. a. v. het artikel in no. 48. Schr. twijfelt aan de feillooze werking der ver bindingen en al gelukt het over en weer berichten aan de div.-art. over te brengen, dan nog vraagt de vuurverlegging, door de vechtwagens verlangd, zooveel tijd, dat het tactisch gebruik van het kostbare vechtwagenwapen daardoor ernstig wordt beïnvloed". Ik houd het daarom voor noodzakelijk dat het vuur der div.-art. uit het gebied, waarbinnen de aanval van de eigen vechtwagens plaats heeft, geheel wordt weggenomen, voor zoover dit gebied niet uit de eigen waarnemingsposten kan worden ingezien". „Tegenover een voor vechtwagenafweer uitgeruste en geoefende tegenstander zal de vecht- wagen slechts dan in het voordeel zijn, wanneer hij in overweldigende massa optreedt". „Slechts dan wanneer de vechtwagens verrassend in zeer groot aantal op een breed front en in vele „Wellen" „einbrechen", zullen ze den vijandelijken afweer vernietigen, verwarren, omvatten en „niederwalzen". Mil. Wochenblatt. No. 6. Augustus 1931. „Mittel undWege der Schwer- punktbildung"Als antwoord op de vraag over welke middelen de aanvoerder beschikt om het zwaartepunt tot uitdrukking te brengen, respectievelijk om op het zwaartepunt een overmacht te bewerkstelligen geeft de schr. aan 1. de gevechtsstrooken worden smal gekozen (aanval beter gevoed uit de diepte, wint aan duur en kracht); 2. inzet der beste troepen en meest geschikte aanvoerders op het beslissende punt; 3. de betreffende eenheden krijgen vroegtijdig meer zware infanteriewapens en verbindingsmiddelen toebedeeld 4. aan het bepalen van de sterkte van reserves, opstellingsplaats en inzet bijzondere aandacht schenken (gemakshalve volgt de reserve achter „den Schwerpunktsabschnitt); 5. vermeerderde munitietoebedeeling (munitietactiek); 6. inzet van vliegtuigen in slagaanval en van vechtwagens;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 70