hier de plaats om op te merken, dat de ideeën van Challéat be sproken in den aanhef van mijn beschouwingen, hoe mooi ook wellicht voor Europeesche toestanden, bij ons niet van toepas sing zijn. Ik verwijs daartoe naar de nota 1928 van den Leger commandant betreffende gehouden oefeningen sub. 9 4e alinea 1. M. T. 1931 No. 7 blz. 612. „De aard van onze terreinen brengt dikwijls de mogelijkheid mede de artillerie bestemd voor infanterie-steun, een stelling aan te wijzen dicht achter die troepen. Ter wille eener goede ver binding moet zulks dan ook geschieden". Wanneer men zich daaraan houdt, heeft men geen artillerie d'appui direct rapproché noodig, zooveel te meer, waar onze ter reinen het gebruik van tanks zelden toelaten. Omtrent het gebruik van artillerie bij de voorhoede gaf ik mijne inzichten in het I. M.T. 1931 No. 2. Onder de bevelen stellen van den voorhoedecommandant dus decentralisatie zal ook ik niet propageeren, al worden ook de bezwaren veelal overdreven voor gesteld. Ik stel mij volkomen tevreden als de benoodigde artil lerie maar bij de hand is Hierbij diene nog het volgende in beschouwing te worden genomen. Wegens het vliegergevaar zijn tegenwoordig colonnes meer langgerekt dan ooit tevoren, waar door het opmarcheeren van artillerie uit de hoofdmacht, in het bijzonder van Berg-artillerie zeer lang zal duren. Ik ga dan ook niet accoord met het vermelde op blz. 1050, dat de tijd voorde vuuropening benoodigd steeds zou afhangen van den tijd benoo- digd voor het tot stand komen van de verbindingen. Dit is in strijd met de praktijk. Wanneer A. als tijdsverloop opgeeft l'/2 a 2 uur, dan is dat als gemiddelde heel juist. Bij een voorbereide verdediging kan een goede verzorging van de verbindingen wel 6 uur kosten, maar hier gaat het om spoed gevallen. Ik zou honderden voorbeelden uit de praktijk kunnen grijpen, maar ik volsta met één. In begin September 1914 bij Étrepilly wordt de linkerflank van de 55 D.R. bedreigd door een Duitschen tegenaanval. De batterij Baratier legt op, draaft vooruit en opent op minder dan 1000 m. het vuur op den vijand, wiens aanval daardoor tot staan komt. Dit bedrijf speelt zich af in enkele minuten. Zoo doet de artillerie als er haast bij het werk is. Zoo is het ook mogelijk, als de tijd dringt en de omstandigheden niet te ongunstig zijn een afdeeling in een minimum van tijd vuurbereid te hebben, maar op de volgende voorwaarden. 101 (i) Zie ook A. S. M.Z. 1930 No. 12. Über den Marsch gegen den Feind. blz. 610. Auch die Mitwirkung von Artillerie bei der Vorhut ist heute noch entschiedener zu bejahen, als es bisher üblig war. Ob diese Bat- teriën dem Vorhutcommandanten unterstellt oder nicht unterstellt werden sollen, wird freilich auch fürderhin eine beleibte Doktorfrage bleiben. Worauf es aber ankommt, das ist dasz das Artilleriefeuer bei der Vorhut nicht auf sich warten Iaszt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 21