In de eerste plaats is het de plicht van den artillerist zoodanig vooruit te zien, dat als zijn ingrijpen wordt gevraagd, hij reeds over de noodige gegevens beschikt, middels zijn verkennings patrouilles, zoodat een voorafgaande verkenning niet meer noodig is. Ten tweede moet de afdeeling geleerd hebben, niet te werken op zwaarwichtige bevelen, maar op enkele korte aanwijzingen, waarop ieder precies weet, wat hij te doen heeft. Voor een ge schreven afdeelingsbevel benutte men de eerste 10 minuten dat men niets om handen heeft. Ten derde moet men eerst een uiterst eenvoudig net laten uit leggen, waarmee men zich voorshands kan behelpen. De telefoon officier beginne dan niet met een teekening te maken van het net met mooie gekleurde lijnen, maar legt met meerdere patrouilles, waaronder de bereden patrouille van den afdeelingsstaf een aslijn uit van de centrale en de B. Cn. slaan op die centrale middels hun bereden patrouille aan. Eerst daarna het net volmaken. Zoo opgevat duurt in stelling komen geen uur, maar een fractie daarvan. Zijn dan ook werkelijk de batterijen bij de hand en moeten niet eerst uit de hoofdmacht worden gehaald, dan kan men onder omstandigheden snelle resultaten bevorderen, dan wel een crisis afwenden. Als persoonlijke ervaring kan ik meedeelen, dat ik in de helft van de gevallen heb moeten wachten op de irriteerend langzame bergstukken, zelfs al loopen ze in geval van spoed 6 k.m. per uur of zelfs meer. Ik ben er dus voor, welke methode men ook toepast, ook bij het a priori in stelling brengen van artillerie die echelonsgewijze naar voren gaat, bij den marsch van de divisie een afdeeling bij de voorhoede te laten marcheeren, men weet nooit vooraf, hoe men ze noodig kan hebben. Met de beschouwingen ad a. op blz. 1051 e. v. wordt inge stemd. Met den schrijver vind ik ook een verdeeling a priori in contra art. en art. voor rechtstreekschen steun niet gelukkig. Maar ik stel mij de vraag, is de buitenlandsche indeeling dan beter? Artillerie d'appui direct en Nahkampf Art. zijn toch ook min of meer uit handen gegeven en moeten weer teruggenomen worden, als men ze met de art. d'ensemble en de Fernkampf Art. op het beslissend punt wil laten meewerken. Dit is toch geen verbetering. Neen de beste oplossing is nog het behouden van onze indeeling, maar er een meer rekbare beteekenis aan te hechten en niet te schroomen, door contra artillerie als het noodig is tijdelijk vuuropdrachten te laten vervullen voor steun infanterie en omgekeerd. Zoo heeft men er zich in den Eur. oorlog ook uitgeholpen. Herhaaldelijk ziet men in de bevelen, van zoo laat tot zoo laat algemeene artilleriebestrijding of versterkte artilleriebestrijding. Zulks brengt ook geen moeilijkheden mee, het is door den D A.C. a la minute te regelen, bijzondere verbindingen zijn er niet voor noodig. 102

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 24