stondige doelen of slechts het opsporen van deze doelen zonder
dat die opsporing noodzakelijk gevolgd wordt door een vuur.
Opsporen van doelen heeft normaal betrekking op
de vijandelijke batterijen, die ontdekt worden in den loop
van een offensieve of defensieve actie
kortstondige doelen: stilstaande of in beweging zijnde troepen
en convooien.
Ontketenen van het vuur.
De waarnemer moet de opdracht en de strook van de groepen
of afdeelingen artillerie, waarvoor hij werkt, kennen. Naar gelang
van den aard en de plaats van het doel roept de waarnemer een
bepaalde groep of afdeeling artillerie op en seint haar het doel.
Als de groep of afdeeling, die opgeroepen is, niet in staat is het
vuur af te geven, seint zij: „Neen" (Deze bepaling, die vroeger
reglementair was voorgeschreven, bestaat niet meer in het tegen
woordige voorschrift Zij is evenwel onmisbaar). In het tegenover
gestelde geval geeft zij sein 1„begrepen" en maakt zich klaar
om het gevraagde vuur af te geven.
Regeling van het vuur.
Indien èn waarnemer èn artillerist voorzien zijn van kaarten
van de betrokken streek, wordt het doel door den waarnemer
aangegeven
door horizontale en verticale coördinaten (van ruiten voor
ziene kaarten).
of door de poolcoördinaten (niet van ruiten voor-
of in betrekking tot terreinvoorwerpen ziene kaarten).
Als waarnemer en artillerist niet beschikken over kaarten,
wordt het doel aangegeven door steken met het vliegtuig.
Welke methode van aangeven ook gevolgd wordt, de artillerist
zal altijd in het onzekere blijven aangaande den juisten afstand
batterij doel en de ligging van deze lijn. De artillerist zal zelfs
de grootte van de mogelijke fout niet weten. Het zal dus noodig
zijn het vuur te regelen alvorens tot uitwerkingsvuur over te gaan.
Deze regeling zal moeten worden uitgevoerd
op het doel zelf, als dit doel vast is (batterij b. v.),
op een hulpdoel, wanneer het doel in beweging is
het hulpdoel zal in dit geval op den waarschijnlijken marschweg
van het doel liggen.
In de meeste gevallen hoeft de waarnemer het uitwerkings
vuur niet van het begin tot het einde te volgen.
Zoodra hij de regeling voldoende oordeelt, geeft hij het sein
„Ik staak de regelingswaarneming".
115