dellijk voor de frontlijn gelegen terrein; de echelonneering in de diepte vormt bij de verdediging niet de minste bezwaren voor net afgeven van vuur in bedoelde strook; naar omstandigheden kunnen de zware mitrailleurs öf over de eigen troepen schieten, öf door openingen tusschen de troepen vuren; door rug- en zij- weren zijn de troepen afdoende te beveiligen tegen het eigen vuurde groepeering der mitrailleurs in de diepte maakt het dus mogelijk door alle mitrailleurs vuur te doen brengen voor de front- lijn, door een gedeelte dezer mitrailleurs voor de lijn b. fig1 en zoo vervolgens. In verband met den aard der doelen, welke op korten afstand voor de frontlijn te verwachten zijn, nl. Infanterie in ijle en on diepe opstellingen, vormt flankeerend vuur het krachtigste middel om het voorgelegen terrein ondoorschrijdbaar te maken: de be streken banen van den langgerekten en smallen bundel van één enkelen mitrailleur maken in nagenoeg vlak terrein een strook van honderde meters ondoorschrijdbaar (de hoogste verheffing bij den mitrailleur M 23 in de baan van 600 M. bedraagt 1.94 M in de baan van 500 M. 1.21 M De flankeering van het onmiddellijk voor de frontlijn gelegen terrein kan evenwel het best geschieden uit in of nabij de voorste lijn gelegen opstellingen; de oorlogservaring heeft daarentegen ge leerd, dat na de vuuropening van de in voorste lijn geplaatste mi trailleurs deze spoedig het doelwit vormen der vijandelijke artil lerie en haar rol spoedig beëindigd zal zijn; deze mitrailleurs dienen dus te „zwijgen", totdat de tegenstander tot op korten afstand is genaderdeerst dan wordt verrassend het vuur op den tegenstander geopend bij een dergelijk gebruik doet men echter afstand van de mogelijkheid om den tegenstander reeds op grooten afstand van de stelling verliezen toe te brengen. Dit beginsel is vastgelegd in het G. V. I. p. 179 (1) luidende De mitrailleurs zullen er tegen waken zich ontijdig te verraden, teneinde niet de prooi te worden van de artillerie van den aanvaller. Ook in p. 180(2) komt dit beginsel tot uiting „Als regel wordt het vuur op groote en middelbare afstanden niet afgegeven uit stellingen bestemd voor het verrassend vuur op den vijand". Voor de meer achterwaarts opgestelde mitrailleurs is eveneens een verrassende vuuropening gewenscht; de vraag is thans of alle mitrailleurs het vuur eerst moeten openen wanneer de te genstander tot op korten afstand van de stelling genaderd is In het algemeen zal de mogelijkheid om den tegenstander reeds op groote afstanden verliezen toe te brengen moeten worden aangegrepen; wel verslindt het vuur op groote afstanden aan zienlijke hoeveelheden munitie, doch „Aangezien de verdediger in den regel over een ruimen voorraad munitie beschikt, kan vuur op groote en middelbare afstanden voor hem onder bepaal- 123

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 45