152
twee methoden, nl. de batterij blijft in haar geheel onder commando van
den bataljonsc. en het andere gevalde bat. c. deelt 1 sectie in bij de
cie. met de voornaamste taak en houdt zelf eventueel 1 sectie onder zijn co.
Van beide methoden somt S. voor- en nadeelen op en wijst, wat betreft
de eerste methode op het groote nadeel van de moeilijke verbinding. Voor
het bewerkstelligen der verbinding wordt een systeem aan de hand gedaan
waarbij door middel van seinen met vlaggen de aanvraag om steun van art.
of mitr. door den cies. c. kenbaar wordt gemaakt aan den bat. c. Daarnaast
een seinmethode voor het aangeven van coördinaten en doelen.
Mil. Wochenblatt. No. 16. Oct. 31. „Nahkampfartillerie in der Vertei
digung„Voorvechters van het afsluitingsvuur erkennen weliswaar dat deze
vuursoort, van op het geheele front schematisch aan elkaar grenzende afslui-
tingsvuur-strooken den vijand nauwelijks eenigen afbreuk zal doen, beweren
echter tevens dat het afsluitingsvuur op deze wijze als moreele steun onont
beerlijk is voor de zich in de verdediging bevindende inf". Wordt het afslui
tingsvuur in vuurconcentraties afgegeven, dan zullen de deelen van het front
waarvoor dat vuur niet ligt, zich verlaten voelen door de art., wat het tegen
gestelde van een moreele steun ten gevolge heeft. S. wil den naam afsluitings
vuur in den huidigen vorm uit de voorschriften doen verdwijnen, omdat het
vuur toch geen uitwerking heeft. „De werkzame „Schadigung" van den vij.
moet echter des te meer op den voorgrond treden, naarmate de beschikbare
munitie beperkter is". „Automatisch afgegeven, niet waargenomen vuur blijft
in ieder geval noodhulp".
Mil. Wohenblatt. No's. 17 tot en met 20 Nov. '31. „Das Problem der
Marschsichering", kapitein Dr. Ir. Gallwitz. Behandeld worden de opmarsch
van een verouderd uitgerust leger tegenover een dito (I), van een modern
uitgerust leger tegenover een verouderd uitgerust leger (II).
S. waarschuwt er in I voor art. vroegtijdig in stelling te brengen naast den
marschweg. Zulke batterijen zullen zoo goed als nimmer haar vuur openen
ter bescherming van de colonne doch hunne dadendrang bevredigen door be
schieting van terreinpunten en veraf gelegen doelen". „Voor het eigenlijke
gevecht komen ze vaak sterk verlaat, zoo met veel te laat." „Het belangrijkste
is in ieder geval dat z. m. de geheele art. bij het stooten op den vij. onmid
dellijk op haar plaats is en niet in welke bewakingsstellingen ook, ver achter
nutteloos ergens staat en dan veel te laat en afgemat, somss nog met achter
gebleven telefonen e. d. bij gedeelten aankomt".
„Een modern uitgeruste tegenstander die wat het aantal betreft niet zoo
sterk is, kan den opmarsch van een „veraltet ausgerückten Heeres" wel sterk
vertragen, echter niet geheel verhinderen", leidt S, af. „We staan aan een
keerpunt in de marschtechniek. Sinds menschenheugenis tot aan den wereld
oorlog was de „Heerwurm" de volstrekt eenige marschvorm. Het schijnt dat
zijn dagen geteld zijn en dat in de toekomst de vraag niet eenvoudig met
verkenning, voorhoede en gros kan worden opgelost".
Mil. Wochenblatt No. 19 Nov. 31. „Sind Artilleriemassen noch nötig
luit generaal Qöldner. Een moderne art.tactiek moet er naar streven „ieder
vastgelegd doel onniddellijk met de grootst mogelijke „Ueberlegenheit" zuzu-
decken und schnellstens zu erledigen" omdat nu eenmaal de verschillende
verkenningsmiddeltn de doelen over het algemeen slechts na elkaar kunnen
vastleggen en verder zulke korte maar des te sterkere vuurorkanen veel werk
zamer zijn dan lang durende, zwakkere beschietingen. De vuureenheid zal
dus meestal niet meer zijn de batterij, doch de afd. eventueel de groep".
Mil. Wochenblatt. No. 20. Nov. '31. „Nahkampfartillerie in der Ver-
teidigung". Voor den bewegingsoorlog heeft het woord „Sperrfeuer" geen
recht van bestaan, omdat het dan niet daartoe zal komen; deze vuursoort is
een begrip van den stellingoorlog en gebonden aan het verbruik van een
hoeveelheid munitie die in den bewegingsoorlog nauwelijks beschikbaar zal zijn.
„Op het moreel der vechtende inf. komt het bij den afweer van den storm
aanval aan". Toch wil schr. de „Nahkampfartillerie" de vrije beschikking laten
over hare batterijen want de inf. op de, door de art. schijnbaar ontbloote