1 U-lapploeg a 1 brigadier en 1 mindere op rijwiel en 1 schrijver op rijwiel, totaal 23 man, allen op rijwiel. De regimentsstaf zal tellen, behalve den regimentscommandant met zijn kapitein-adjudant, 1 officier toegevoegd, allen bereden verder de verbindingssectie onder 1 officier, comman dant, op motorrijwiel, bestaande uit le échelon, 6 wielrijders, 2 motorrijders, waarvan 1 met zijspan, 3 cavaleristen van het Peloton Ordonnansen (tevens paardenop- passer), 4 infanteristen met schaarkijker op rijwiel, 1 schrijver op rijwiel, de regimentspatrouille, sterk 1 sergeant en 8 man op rijwiel, 2e échelon, a. radio- en U-lapgroep 1 sergeant radiotelegrafist met perso neel en 1 radiokar met 2 inh. paarden, b. lijntelefoongroep 9 telefonisten en 12 1 ijnleggers, allen op rijwiel, c. optische seingroep 6 seiners op rijwiel, 1 treinkar voor vervoer materieel ad b en ad c. MODERNE INFANTERIE. En thans iet's over de richting, die de literatuur aangeeft voor de verdere ontwikkeling van de infanterieorganisatie. De laatste oorlog heeft vele moeilijkheden niet opgelost de tactiek heeft hare wenschen, die de techniek veelal slechts gedeeltelijk kan vervullen, terwijl omgekeerd de techniek soms onverwachte en snelle vor deringen maakt, waarmede de tactiek terdege rekening moet houden. Zoo ontstaat een wisselwerking tusschen tactiek en techniek. Zeker is dat een nieuwe oorlog niet zal beginnen zooals de vorige geëindigd is, maar dat hij voor verrassingen zal stellen. Om niet onaangenaam verrast te worden is het noodig dat de ontwikkeling van de techniek nauwgezet wordt gevolgd, dat de tactiek zich daaraan aanpast en evenzoo de organisatie van cie infanterie. De juiste richting is evenwel lastig te onderkennen en vandaar een tasten en zoeken in de literatuur, dat slechts langzaam en aar zelend door de respectievelijke legerbesturen wordt gevolgd. Wat zijn nu de verlangens van moderne schrijvers betreffende de infanterieorganisatie De compagnie. Vuurreserve. In de eerste plaats komt de wensch naar voren den compagnies commandant een vuurreserve te geven om zijn invloed op het gevecht te kunnen uitoefenen. 88

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 8