Sommigen bepleiten vaste indeeling van een sectie zware mi trailleurs, zooals in Rusland het geval is, anderen toebedeeling van eenige lichte mitrailleurs. Het eerste acht ik onjuist zware mitrailleurs hooren niet per manent zoo ver naar voren. Het tweede is de overdenking waard, vooral indien deze mitrail leurs uitgerust met affuit (Madsen), speciaal geschikt zijn voor het vuur tegen vliegtuigen. De wensch van sommigen de lichte mitrailleurs in de compagnie te vereenigen, acht ik tactisch onjuist een dergelijke opéénhooping moet juist vermeden worden. Bewapening. Hoewel minder een kwestie van organisatie acht ik toch te belangrijk om niet te noemen den wensch de infanterie te bewa penen met een zelflaadgeweer. In Amerika zijn belangrijke vergelijkende proeven genomen, waarbij het Pedersen zelflaadgeweer aan hooge eischen bleek te voldoen. Ik voor mij ben overtuigd dat het zelflaadgeweer er op den duur zeker zal komen. Voorts zij vermeld dat Indië niet alleen staat in de vervanging van het geweer door de karabijn ook in Italië en Oostenrijk is de karabijn algemeen ingevoerd. Stootgroep. Vermelding verdient een artikel in het M. W. No. 4 van 25 Juni 1929 (zie I. M. T. 1930 No. 2), getiteld „Neuzeitliche In- fanteriegliederung", waarin de schrijver zijn wenschen m.b.t. de moderne infanterieorganisatie uitéénzet. (2) Hij wenscht de sectie te zien samengesteld, behalve uit 3 lichte mitrailleurgroepen, uit een t.b.v. den sectiecommandant te stellen stootgroep, bestaande uit uitgezochte manschappen, voorzien van handgranaten, pistolen en blanke wapens, voorts 2 granaatwerpers en 1 vlammenwerper. Mij riekt deze organisatie te veel naar den stellingoorlog en acht ik voor een beroepsleger een afzonderlijke stootgroep alzoo te ver- oordeelen. Gevechtswagen. Al die wapens, ook de lichte mitrailleurs, wenscht bovenge noemde schrijver mede te voeren op een gevechtswagen voor de sectie. 89 (1) Indien wij dit artikel herhaaldelijk zullen noemen, is zulks niet, omdat wij de daarin voorgestane organisatie „an sich" zoo belangrijk achten of dat wij daarmee zouden instemmen, integendeel, maar uitsluitend omdat die organisatie een typisch voorbeeld is van de richting, waarin door moderne schrijvers wordt gezocht. (2) Zie bijlage A.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 9