\lT-i~n\l n;m')geheele afd-DoeI3
ii:!?ü.'io 1 geheeie afd-D°ei 2
147
dat deze doelen als volgt zullen worden bevuurd
Tot 11.55 v.m. geheele afd. Doel 4
12.38- 12.40 1 batti Doe! 4
dat de afdeeling 12.45 n.m. het vuur zal kunnen openen op doelen in de
omgeving van 698.
12 middag meldt C. Verbind, br. seinverbinding met PASIRSOERAWOENG
en verdere verbinding met Bat C. P. gereed.
De toestand bij 1-1 R. I., zooals deze tot dan door den luitenant adjudant
is bijgehouden, is aangegeven op het oleaat (op de schets in I. M. T. 1931,
No. 4 of 8) achter in dit nummer.
Van den rug ten N. van DJAMAN ziet Majoor B. in kompasrichting 353
het terrein als op de panoramaschets achter in dit nummer. Zijn waarnemingen
zijn weergegeven op het oleaat daarop. De rug PAS1RPANDJANG domineert
het aanvalsterrein.
GEVRAAGD (X): De maatregelen van C. 1-1 R. I. na 10.50 n.m. Het Bat.-
bevel voor den aanval aan te geven „in het terrein" (de
panoramaschets).
8. BESPREKING ORGAAN N.I.O.V.
Decembernummer '31. Het nummer bevat de volgende bijdragen: De weer
macht in Ned.-Indië ten tijde der Oost-Indische compagnie tot het Engelsche
tusschenbestuur. Ritmeester Oomes zet hierin zijn lezenswaardige historische be
schouwing voort. Eenige gegevens omtrent de wijze van afnemen van het rang-
schikkingsonderzoek tot de K-M A. voorzoover van belang voor de candi-
daten en hunne ouders of voogden in Ned.-Indië. Hierbij zijn gevoegd de
vragen gesteld in 1930 en in 1931. Een vertaling van een toespraak van ge
neraal Maurin, inspecteur der Artillerietot de officieren der Artillerte te
Fontainebleau. We mogen deze toespraak, waarin veel krijgservaring naar
voren komt een ieder aanbevelen. Een enkele zinsnede moge ter introductie
worden overgenomen. „Bovenal moet de artillerist zich tegenover den infan
terist een goed kameraad toonen door in het bijzonder de moeilijkheden van
de gewone verbindingen voor zijn rekening te nemen. De artillerist kent inder
daad niet de uitputtende marschen, de angstige spanning gedurende den nacht
bij de voorposten, noch de geweldige emotie bij den aanval". H./.H. Vos
kuil schrijft over „Schietprijzen, prijsschieten en nog iets over schietoefeningen"
Uit het artikel blijkt wel dat er nog eenige onvolkomenheden in het voor
schrift te verbeteren zijn, doch ook dat schrijver in zijn ijver critiek te geven
zich laat verleiden tot vragen welke veilig achterwege kunnen blijven. Als
voorbeeld: De vraag zonder antwoord. „Het schietjaar vangt aan op 1 De
cember en eindigt op 30 November waarom niet het gewone Kalenderjaar
gevolgd? Het wil ons voorkomen dat een schrijver, die ook over het V. O. I.
beschikt deze vraag gemakkelijk kan beantwoorden en tot de conclusie komen
dat het zoo vreemd niet is althans geenszins hinderlijk. Als pièce de resistance
mogen we wel aanmerken het verslag van de zeer belangwekkende voor
dracht „De Crisis" van den heer Wynaendts van Resandt op 23 December
j.l. voor de afdeeling Bandoeng gehouden. We kunnen dit verslag aanbevelen.
Vereenigingsnieuws en persoverzicht besluiten het nummer.
De tijden op het oleaat komen niet geheel overeen met die in de tekst
vermeld.