obstakel weer in het water te worden geladen. Evenals bij het
vorige voorbeeld is de stroomgolf ook hier onregelmatig met
verhoogde waterwerking aan de oevers, terwijl de tegenstroom
natuurlijk ook hier aanwezig is.
Stroomafvarend komen de roeiers hard roeiend aan en richten
zij de prauw zuiver op den grooten steenklomp de stroom, welke
om den steen heen gaat, zorgt ervoor dat de prauw niet tegen
den steen caramboleert en anders zorgt de voor-roeier hiervoor.
De prauw stort dan omlaag aan de binnenzijde van de stroomgolf
(aan de zijde van den binnenbocht). Deze afvaart is technisch zeer
moelijk, omdat men zorgen moet vlak langs den stroomdraad te
blijven, daar men anders met den voorsteven in den tegenstroom
zou geraken met de reeds eerder beschreven gevolgen. De tegen
stroom (de staart) komt vlak beneden den steenklomp op den
hoofdstroom uit.
Men moet in het hierboven beschreven geval dus dóór de
stroomgolf heen roeien en men doet dit het beste vlak langs den
steenklomp, omdat daar de golfslag nog niet zoo groot en de
stroom ook niet zoo sterk is.
Complicatie's van deze soort stroomversnellingen b. v. als gevolg
van het ter plaatse uitmonden van een zijrivier zullen hier niet
meer apart behandeld worden, daar deze gevallen analoog zijn
aan de reeds beschreven voorbeelden. De zijrivieren hebben in
den loop der tijden gedurende de bandjirs kleinere en grootere
steenen medegevoerd, die zij in de hoofdrivier gedeponeerd hebben
en hierdoor ontstaan de moeilijkheden, welke hierboven reeds
beschreven werden.
Voorts heeft men stroomversnellingen met rolsteenbaken, welke
haar ontstaan te danken hebben aan een steenformatie in de
bedding, waarop de rolsteenen zich vastgezet hebben. In dit ge
val treft men vaak op een der oevers een of meer uitwassen der
steenformatie aan, die een onregelmatigen stroomgolf (stroomdraad)
veroorzaken, met een zeer groote waterwerking.
Wanneer bij stroomversnellingen, zooals deze laatste, nu nog
een of meer der beschreven complicatie's voorkomen, dan worden
zij zeer moeilijk.
Men is bij zeer moeilijke stroomversnellingen meestal genood
zaakt de goederen uit de prauwen te laden, hetgeen een groot
tijdverlies met zich mede brengt. Met uitgeladen prauwen komt
men bijna overal doorheen. Er zijn echter ook stroomversnellingen,
die geen geschikte plaats bieden voor het uit- of (en) inladen
der prauwen.
Opzettelijk werd over deze soort stroomversnellingen nog al
uitgeweid, omdat zij den hoofdschotel vormen van stroomversnel
lingen, terwijl men de moeilijkheden van deze soort, en de wijze
van handelen om ze te overwinnen, goed vergelijken kan met
die bij andere soorten stroomversnellingen.
173