Rottantouwen om de prauwen op te trekken worden voor aan
de prauw bevestigd. In gevaarlijke stroomversnellingen moet men
soms een stuunnan-looze prauw optrekken, dan wel aflaten of
kan de prauw door den stuurman niet in den gewenschten stand
gehouden worden; om e. e. a. mogelijk te maken is het noodig
ook een rottantouw aan het achtereinde te binden, waardoor de
prauw van den wal af in den gewenschten stand gebracht en
gehouden kan worden.
Men vaart steeds aan die zijde de rivier op, waarlangs men
het snelst vooruit kan komen dit hangt natuurlijk weer van vele
omstandigheden af: stroom reeds genoemd, tegenstroom idem,
welke mogelijkheden de oeverformatie biedt voor het gebruik
van de vaarboomen en de haken, de aanwezigheid van bochten,
die men kan oversteken, enfin, tal van factoren, die de leek niet
zoo snel ziet en (of) begrijpt. De inheemsche roeiers zijn hierin
doorkneed zij stellen er een eer in een goede kijk op de rivier
te hebben en dus de snelste route te hebben gekozen. Het is
n. 1. niet zoo eenvoudig, vaak kan zelfs de inheemsche roeier
moeilijk een keuze doen welken kant van de rivier hij zal
gebruiken voor de opvaart.
Dicht bij stroomversnellingen zijnde, moet met zich bevinden
aan die zijde, waarlangs men de stroomversnelling onder den
b estaanden waterstand moet passeeren.
Kleine rolsteenbanken met gering verval kan men vaak boo-
mende passeeren hierbij zet de bemanning gelijktijdig de vaar
boomen op den bodem (iets achterwaarts), waarna men gelijktijdig
a/d boomen gaat hangen, terwijl zij met de voeten de prauw
voortduwen. Gelijktijdig trekken zij dan de boomen weer in, om
ze daarna weer in de rivier te plaatsen. Op deze manier kan men
zelfs met een zwaarbeladen prauw een zeer sterke stroom over
winnen. Dikwijls is het echter noodig (vooral als er bochten
bijkomen) dat de roeiers uit de prauw springen om, over de bank
loopende de prauw aan een rottan voort te trekken. De voor- en
achter roeiers dienen er steeds voor te zorgen, dat de prauw zoo
min mogelijk dwars op de stroomrichting komt te staan, daar men
dan minder snel vooruit komt als gevolg van de grootere weer
stand der prauwen in het water en de neiging om te willen
omzwenkenveel kracht en tijd wordt er dan mede verknoeid
om de prauw weer recht op den stroom te zetten.
Bij rolsteenbanken heeft het zelfde plaats in fig. 10 is de
prauw met den tegenstroom gekomen met haar boeg bij den
hoofd-stroom. De bemanning op voor- en achterroeier na, trekken
de prauw aan een rottantali voort, terwijl de achterroeier den
achtersteven met behulp van dajong of vaarboom naar het mid
den der rivier brengt, zooals fig. 11 aangeeft.
Krijgt de hoofdstroom de boeg van de prauw goed te pakken
voordat de achtersteven in de richting gebracht is, dan loopt
men gevaar dat de rottantali knapt, of dat men de prauw niet
178