houden kan, zoodat zij in de golven geraakt. Wanneer in den
hoofdstroom een eenigszins hooge golfslag staat, slaan de golven
tegen de boordplanken op en dus ook in de prauw, waardoor
deze vol loopt en zoo zwaar wordt, dat men haar zeker niet kan
houden. Men krijgt zoodoende een ongeluk, hetwelk te wijten
is aan eenvoudige oorzaken.
Vele ongelukken gebeuren dan ook op deze wijze, vooral bij
stroomversnellingen met een vooruitstekenden neus (of steenklomp)
waaromheen de prauw getrokken moet worden, aangezien de
kans, dat de prauw daarbij dwars op de stroomrichting komt te
staan groot is. Bovendien heeft men dan nog te kampen met het
hoogteverschil ontstaan door de stuwende werking van het
obstakel. De waterniveau-verschillen noodzaken ons vaak om de
de prauwen geheel of gedeeltelijk uit te laden (afhankelijk van
de hoogte der prauwen van voren, en de grootte van het niveau
verschil). Immers wanneer het hoogte-verschil grooter of de golven
waar men de prauw door- of overheen moet trekken hoogerzijn
dan de voorsteven der prauw, dan is men genoodzaakt haar ge
deeltelijk of geheel uit te laden, aangezien men anders den voor
steven in het water zou trekken in plaats van eroverheen met de
bekende gevolgen.
Kan ook door geheel uitladen het hoogteverschil niet over
wonnen worden, dan moet een hulpsteunpunt ingericht worden
in den vorm van een steen of boom waarop men den voorsteven
der prauw trekt, alvorens haar door en over het hoogteverschil
(stroomgolf) heen te kunnen trekken.
Men bereikt hiermee, dat de voorsteven even hoog of hooger
gebracht wordt dan de golven, waardoor men dus in staat is de
de prauw voorbij het obstakel te trekken zonder dat zij volloopt.
Vaak zelfs is men door deze methode in staat geheel of ge
deeltelijk geladen prauwen voorbij een moeilijk punt te trekken.
Is het ook met deze hulpmiddelen niet mogelijk om de prauw
over een zeer hooge golf heen te krijgen of bestaat er geen ge
legenheid tot het aanbrengen van hulpsteunpunten, dan moet
men uitladen om daarna de prauw over de steenen of over den
wal te trekken tot een plaats voorbij het obstakel, waar weer
gelegenheid bestaat tot inladen.
In stroomversnellingen waar een sterke tegenstroom optreedt
is het gevaar dat de prauw dwars op de stroomrichting komt te
staan, zeer groot, omdat men haar moeilijk kan tegenhouden als
gevolg van den tegenstroom.
Om hieraan tegemoet te komen springen eenige roeiers over
boord om op den wal of in het water staande met de handen
aan de boorden of aan de rottantali trekkend de prauw tegen te
houden vóór zij in den hoofdstroom belandt. In fig. 12, 13 en 14
is getracht e. e. a. duidelijk te maken door eenvoudige teekeningen.
In fig. 12 is de voorsteven nagenoeg even hoog aan de golf
of het hoogteverschilmen kan dus blijven trekken. Zoodra de
179