wordt in N. O. Borneo, geven wij daarvan hieronder, een beschrij ving. Aangeteekend wordt dat bedoeld prauwenmateriaal ook gebruikt werd tijdens de exploratie tochten in N. Guinea. Om een prauw te maken beginnen de Dajaks een boom kappen, die daarvoor geschikt is, wat betreft houtsoort, lengte Deze boom wordt nu in tweeën gespleten men zou er dus eventueel (bij voldoende dikte) twee prauwen uit kunnen maken Uit de gekozen helft wordt nu de zgn. „djaloer gekapt, door eerst de holte der prauw uit te kappen. Daarna wordt de buiten- ^Aan^de binnenzijde, tegen de wanden, heeft men de steun punten voor de zitbanken uitgespaard en aan het voor-- en achter einde blokken hout met gaten erin bestemd voor het vast-binden E. e. a. wordt in figuren 15 t/m 19 duidelijk gemaakt middels Bij edite Dajaksche prauwen zijn de zitbanken op de steun punten gebonden met rottan, tenzij zij in het bezit zijn van spijkers en ze vast spijkeren (fig. 17). Tegen den djaloer worden bevestigd de boordplanken en dikkere, korte planken, welke dienen als voor- en achtersteven^ De bevestiging geschiedt door vastbinden met rottan op de alou e Dajaksche manier of door vastspijkeren. Op de Dajaksche wijze wordt tusschen de boordplanken en den djaloer de droge nerf van een bepaalde palmsoort gekneld, die sterk hygroscopisch werkt: door_ het opnemen van vocht krijgt men uitzetting, zoodat de afsluiting tamelijk waterdicht terwijl de boorgaten met oude lappen bij wijze van werk dicht g Bijgespijkerde prauwen geschiedt het waterdicht maken door middel van hars (damar), dat aan de binnen- en buitenzijde Ekf et^rottan^gebonden prauwen hebben boven de gespijkerde het voordeel van grootere elasticiteit, hetgeen vooral tot uiting komt bij het varen door stroomversnellingen; wanneer zij dan tegen steenen gedrukt worden, kan e.e.a. nog buigen en meegeven waar gespijkerde prauwen zouden barsten of breken (fig- Sommige prauwen zijn wankel, andere daarentegen ïggenvrij stabiele.e.a. is te wijten aan den vorm. Men vertrekke liefst niet met een wankele prauw; men krijgt dan eerder ongeluk tengevolge van omslaan, dan het geval zou zijn met een stabiel liggende prauw en is het vooral voor een leek boyendien alleronaangenaamst om in een wankele P"uw een geheelen dag te zitten en zijn evenwicht te bewaren. Doodmoe stapt men er Middefs eenvoudige merkteekeningen worden wankele prauwen van meer vast liggende onderscheiden (fig. 20).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 27