voering van dit geschut bracht echter zeer nadeelige gevolgen
met zich mede. Het logisch gebruik van deze snelvuurkanonnen
uit gedekte stellingen (indirecte richting) burgerde zich eerst veel
en veel later in en wel speciaal bij de veld-artillerie.
Bij het begin van den wereldoorlog was dit gebruik bij de
hoogere troepenaanvoerders geenszins gemeengoed geworden.
Integendeel, en met zeer nadeelige gevolgen gedurende de eerste
veldslagen (zie o.a. Ein Kriegstagebuch eines Richtkanoniers,
bibliotheek D. v. O
De artillerie te voet, welke technisch op een veel hooger peil
stond, was van de noodzakelijkheid om uit gedekte stellingen te
vuren, volkomen overtuigd.
De wereldoorlog begon Zoowel in het Oosten als in het Westen
bewees de Duitsche artillerie groote opoffering voor haar zuster-
wapen, de infanterie.
De stormachtige aanvalsdrang der infanterie liet echter aan de
artillerie niet voldoenden of geen tijd om in werking te treden.
Het juiste tijdsbegrip voor de voorbereidingen tot het schieten
uit gedekte stellingen zat bij de middelbare en lagere leiding
nog niet in vleesch en bloed. Overhaast inzetten van artillerie
hier en daar in open opstellingen, was het gevolg daarvan.
Ondanks dat, oefenden de 72 stukken geschut, waarover een
actieve divisie beschikte, verbonden met een niet verwachte groote
werking van de zware artillerie van het veldleger, een groote
moreele uitwerking uit op den tegenstander. Hierbij niet eens te
spreken over het zwaarste kaliber, dat tegen de vestingen en
forten werd ingezet.
Een bestrijding van de vijandelijke artillerie vond echter maar
zelden plaats, daar het schieten met luchtwaarneming nog in de
kinderschoenen stond. Tengevolge hiervan leed de infanterie zeer
onder het vuur der Fransche en Russische artillerie. Het gemis
van een sterke korpsartillerie leidde er toe, dat artilleristische
zwaartepunten op de beslissende gevechtsfronten slechts zeer
zelden gevormd konden worden.
Echter reeds in den daarop volgenden zomer van 1915 had
men bij het groote oostoffensief de waarde leeren kennen van
het naar ruimte en tijd geconcentreerde artillerievuur.
Met zijn hulp gelukte het het Russische front te doorbreken en
den tegenstander van stelling tot stelling steeds weder opnieuw
terug te werpen.
Aan het stabiel geworden westfront ontwikkelde zich lang
zamerhand het inschieten met luchtwaarneming en met meetaj-
deelingen. Men begon de bijzondere invloeden van het geschut
en het weer uit te schakelen (daginvloeden).
Later vond men in het gasgeschnt een werkzaam middel om
de vijandelijke artillerie tijdelijk lam te leggen. De met de in-
188