Thans iets over 140. Ter wille van een vlotten en geregelden gang van zaken moet de dienst bij den regimentsstaf nauwkeurig geregeld zijn. Deze dienst omvat a) de leiding van den troep. b) de waarneming van den vijand. c) inkomende en uitgaande berichten en te maken verbindingen. d) aanvulling van munitie. e) verpleging en geneeskundige dienst. De vraag doet zich voor: Beschikt de r. ct. daartoe over vol doend personeel Aangezien, zooals uit bovenstaande moge blijken, de werk zaamheden bij den regimentsstaf zeer omvangrijk zijn en het bovendien meermalen noodig zal blijken een officier met een speciale opdracht tijdelijk naar één der onderdeelen te zenden, is voor dit doel aan het commando een afzonderlijk officier toegevoegd. De Reg. Commandant zal zich dan niet telkens van zijn adjudant gescheiden behoeven te zien. Voor een goede functionneering van den inlichtingsdienst is het verder noodzakelijk, dat bij het regiment alle gegevens re gelmatig worden gerangschikt en geagendeerd. Hiervoor moet een persoon worden bestemd, die niet met andere werkzaamheden kan worden belast en die zich steeds in de onmiddellijke nabij heid van den regimentscommandant moet ophoudenom deze reden is een Eur. sergeant bij het commando ingedeeld. De toe gevoegde officier kan dan met het algemeen toezicht op diens werkzaamheden en bovendien met het opmaken der dagelijksche overzichten en verslagen worden belast. De verbindingssectie bestaat, zooals bekend uit 2 échelons. Het le échelon in de commandogroep, bestaande uit: den com mandant der verbindingssectie, de ordonnansengroep, de regi mentspatrouille en de bevelsmiddelenhet 2e échelonde verbindingssectie, zijnde niet onmiddellijk benoodigd, bij den gevechtstrein en bestaande uitde radio- en U-lapgroep, de lijntelefoongroep en de optische seingroep. Voor het verrichten van verkenningen op kleine schaal en ook voor de directe beveiliging van het regimentscommando in rust en in beweging is een afzonderlijke, snelle, op met rijwielen uitgeruste uit 1 sergeant 8 ongegradueerden bestaande, regiments patrouille ingedeeld. Het ware aan te bevelen overeenkomstig 98 (2) en 114 (2), alwaar achtereenvolgens in het kort de samenstelling, respectie velijk van de commandogroep van een compagnie en den com mandotroep van een bataljon is bekend gesteld, in 140 een korte vermelding van de samenstelling van het regimentscommando te geven. 209

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 51