224 7. NOTA BETREFFENDE DE IN 1931 GEHOUDEN OEFENINGEN. 1) 1. INLEIDING. 1. Hoewel de in 1928, 1929 en 1930 uitgegeven nota's haar doel niet hebben gemist, komt het, nochtans gewenscht voor om, mede ter bekorting van het hierna volgende, de vroegere nota's in herinnering te brengen. Vooral bij wijziging in de bezetting van commando's en staven verdient het aanbeveling, alvorens met het opzetten van de nieuwe schema's voor oefeningen aan te vangen de reeds verschenen nota's te raadplegen. Men bedenke dat de nota's den neerslag vormen van opgedane practische er varing. De nota's van de jaren 1928, 1929 en 1930 vindt men vereemgd opgenomen in het Indisch Militair Tijdschrift jaargang 1931 No. 7 2. OPZET DER OEFENINGEN. 2. Om een commandant van een troependeel, dat aan een reeds in gang zijnde (veronderstelde) actie zal deelnemen, de gelegenheid te bieden zich in den toestand, zooals deze zich heeft ontwikkeld, in te denken, kunnen dien commandant te voren op daartoe geëigende tijdstippen onderstellingen worden uitgereikt, waarin het verloop van de actie is geschetst. Hierbij handele men zooveel mogelijk in overeenstemming met de wer kelijkheid, door in die onderstellingen niet meer op te nemen dan op het tijdstip, waarop deze worden uitgereikt, dan wel op het oogenblik, waarin het troependeel in de actie wordt betrokken, inderdaad bekend is of kan zijn omtrent den vijand en de eigen troepen. Zoo is het, om een voorbeeld te noemen, niet juist om aan een com mandant van' een afdeeling in reserve eene mededeeling te doen, dat een aanval, welke kort vóór of zelfs na vorengenoemd tijdstip wordt onder nomen, goeden voortgang heeft. Voor het doen van mededeelingen met vorenstaande bedoeling kieze men den meest geschikten vorm, b.v. des namiddags te voren geve men in de onderstelling den toestand bij het begin van de oefenmig den volgenden dag verstrekke men de gegevens betreffende het verloop van een aanval, welke dien morgen vroeg werd ingezet, op de wijze waarop zulks ook in werkelijkheid zou geschieden. Men bedenke hierbij echter dat, hoewel bij de oefeningen aan een com mandant steeds gelegenheid moet worden gegeven zich in den algemeenen ^evechtstoestand te voren in te denken, in werkelijkheid, b.v. den com mandant van een afdeeling in reserve, de gebeurtenissen, welke tot het inzettten van die reserve aanleiding geven, eerst kort te voren bekend worden en die commandant daarna snel die gegevens moet verwerken, teneinde de daaruit voortvloeiende bevelen binnen den kortst mogelijken tijd te kunnen doen uitgaan. Met den algemeenen gang der actie en het terrein waarop deze zich afspeelt is hij dan echter reeds min of meer vertrouwd. 3. Reeds eerder werd er op gewezen, dat het instellen van een tac- tischen naast een normalen tijd verwarrend werkt. Het zelfde geldt voor een aanname, dat i.v.m. den vredestoestand het daglicht later intreedt dan in werkelijkheid het geval is. 1) Opgenomen op verzoek van het D. v. O.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 66