231 Aldus kunnen de nadeelige gevolgen van het grootendeels met vlaggen markeeren van de Roode opstelling, zooals onvoldoende berichtgeving door de uitgezonden Blauwe verkenningspatrouilles, het bij nacht ongehinderd door de vijandelijke opstelling heentrekken van Blauwe afdeelingen, die daardoor in de meening komen te verkeeren, dat Rood inmiddels zijn op stelling heeft verlaten, e.d. voor een belangrijk deel worden veronzijdigd. 17. Het gebruik der Roode troepen wördt geregeld door den leider, die ze daartoe van de noodige bevelen en aanwijzingen voorziet. Het mar keeren van den inzet of de opstelling dezer troepen houde hij zooveel mogelijk overeenkomstig de werkelijkheid. De in het A. V. O. punt 15 (2) vervattte bepaling om de mogelijke gevolgen van gemaakte fouten dan wel de goede uitwerking van oordeelkundig getroffen maatregelen door het gebruik van Roode troepen helder in het licht te stellen, wijst de leider in dezen den juisten weg aan. Zoo is het in strijd met de werkelijkheid, indien de leider de Roode troepen op zoodanige wijze gebruikt, dat de Blauwe te oefenen afdeeling altijd en overal de hoofdkrachten van Rood tegenover zich vindt, zoodra een actie wordt ingezet. Een bij dagaanbreken op den vleugel van een tegenstander ingezette aanval b.v. draagt toch, mits de Blauwe maatregelen goed zijn genomen, veelal het kenmerk van verrassing, zoodat een dergelijke aanval niet altijd onmiddellijk moet worden gestuit. Zou zulks nochtans plaats vinden als gevolg van de omstandigheid, dat de leider reeds te voren de Roode reserves naar vorenbedoelden vleugel heeft verplaatst en aldaar artillerie heeft opgesteld om een aanval op dien vleugel te helpen afslaan,-en zulks ondanks de omstandigheid, dat de door Rood op bevel van den leider te voren getroffen maatregelen dit tactisch niet rechtvaar digen dan handelt de leider feitelijk tegen den geest van vorenvermelde bepaling. Worden in het vorenomschreven geval de maatregelen door Blauw goed voorbereid en uitgevoerd, dan verdient het aanbeveling den Blauwen aan voerder en troep, indien zulks uit een tactisch oogpunt te rechtvaardigen is, de vruchten van hunne inspanning te laten plukken, door althans in den aanvang den aanval te laten slagen. Juiste maatregelen dienen ook op het oefenterrein in vredestijd te worden beloond. De leider van een oefening mag zich nimmer op het standpunt stellen, dat, nadat hij kennis heeft bekomen van de bevelen van Blauw, door Rood persé het noodige zal moeten worden verricht om Blauw in zijn actie zooveel mogelijk te dwarsboomen. Integendeel zal de leider de hande lingen van Rood in beginsel moeten doen passen in het kader van den tactischen toestand, waarin de partijen tegenover elkaar staan. „In begin sel", omdat de sterkte van Rood daartegen dikwijls een beletsel vormt, en ook omdat het soms noodig kan zijn ernstige fouten van Blauw scherp aan te toonen, in welk laatste geval de leider soms wel gedwongen zal zijn om van het beginsel af te wijken men zij daarbij echter voorzichtig en doe Rood ter accentueering van de fouten van Blauw waartoe het A.V.O. overigens vrijheid verleentgeen handelingen verrichten, welke door den Blauwen commandant tactisch kunnen worden aangevochten, daar als dan het doel wordt gemist, wijl de Blauwe commandant dan veelal niet overtuigd zal worden van de ernstige leemten in zijne maatregelen. Ten slotte zij hieraan wellicht ten overvloede toegevoegd, dat ons oefenstelsel ook vrijheid geeft om goede maatregelen van Blauw te accen- tueeren, wat bij den Blauwen aanvoerder en troep bevrediging wekt en derhalve uit een moreel oogpunt aan te bevelen is. Doch ook hierbij is voorzichtigheid geboden, wijl juist met de beschikbare middelen getroffen maatregelen niet alleen beslissend zijn voor den uitslag van een gevecht succes moet veelal duur gekocht worden een te gunstige indruk daarvan mag in vredestijd niet worden gevestigd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 73