233 In het uitzonderlijke geval, dat een verkenningsvliegtuig een belangrijk doel ontdekt in de strook van een artillerie-bewakingsvliegtuig terwijl dit laatste dat doel niet zelf heeft gezien, kan het bewakingsvliegtuig met behulp van de U-lap de opdracht krijgen naar doelen (inf. of art.) te zoeken nabij een in de omgeving van het doel aan te geven punt. Ont dekt het bewakingsvliegtuig dan het doel hetgeen lang niet altijd zeker is dan kan erop gevuurd worden anders niet. 24. In verband daarmede is een tweede vraag naar voren gekomen, n.l. of de verkenningsopdracht van een door den A. B. uitgezonden vliegtuig, dat een doel gemeld heeft, niet op last van den A. B. kan overgaan in een vuurwaarnemingsopdracht op dat doel (1). Ter beantwoording van deze vraag bedenke men, dat niet alle vliegtuigen zijn uitgerust voor radio-ontvangst en dat, ook al ware zulks het geval, het L. W. S. van den A. B. toch niet de verbinding door middel van radio met het vliegtuig zou kunnen opnemen, omdat het L. W. S. daartoe een voldoend krachtigen zender mist (terloops zij aangeteekend, dat ook de z.g. zola's van de artillerie onvoldoende sterkte hebben voor zoodanige verbinding). De A. B. zou nu wel met den U-lap de opdracht aan het verkennings vliegtuig kunnen geven om zich, ter vervulling van de vuurwaarnemings opdracht te melden bij het L. W. S. van den commandant der artillerie eenheid, die het bevel heeft ontvangen om het door het vliegtuig ontdekte doel te bevuren, doch hiermede is het vraagstuk nog niet opgelost. Om nl. onderlinge storingen te voorkomen, werken de L. W. S. van den A. B. en van den artilleriecommandant op verschillende golflengten. Het vlieg tuig, dat op een bepaalde golflengte met den A. B. samenwerkt, zou dus voor de vervulling van de vuurwaarnemingsopdracht die golflengte moeten wijzigen in die van het L. W. S. van den artilleriecommandant. En aan gezien verandering van golflengte in de lucht nu voorloopig onmogelijk is, zij hiermede aangetoond dat het veranderen van de verkennings- in de vuurwaarnemingsopdracht voorshands uitgesloten is. Vorengestelde vraag moet dus onder de huidige omstandigheden ont kennend worden beantwoord. 25. Afgescheiden van het vorenstaande bestaan er tegen de vorenbe doelde wisseling in opdracht nog eenige andere bezwaren van technischen aard, welke hier echter verder onbesproken mogen blijven. 8. BIJZONDERE OPMERKINGEN. 26. Bij het opzetten van oefenngen dient men zich, vooral onder het huidig, financieel aspect, ernstig rekenschap te geven van de kosten, welke met het houden daarvan gepaard gaan. Steeds moet in alles en door allen worden gestreefd naar de minst kostbare wijze, waarmede het doel van de oefening kan worden bereikt, waarbij het onderhouden van een goeden geest in den troep echter niet uit het oog mag worden verloren. Bij de beoordeeling dezer kosten houde men niet uitsluitend het oog gericht op de gelden, welke jaarlijks voor practische oefeningen worden beschikbaar gesteld en waarmede moet worden uitgekomen. Deze gelden vormen toch slechts een gering deel der totale kosten het grootste dee! (1) Het geval, dat de waarnemer zich daartoe eigener initiatief in ver binding zou stellen met de artillerie, kan afgescheiden van technische be zwarenbuiten beschouwing blijven, aangezien het in beginsel onjuist zou zijn den waarnemer vrij te laten in de beoordeeling, of de voortzetting van de tactische verkenning ondergeschikt mag worden gemaakt aan het be vuren van een bepaald doel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 75