237 c. As van beweging: van hier naar zich scherp aftee- kenende neus op Z. W. helling van den berg hier voor ons, kompas 352. d. S c h e i d i n g s 1 ij n met III-l R. I. Bamboebosch, (dat we links achter ons zien op N. helling van het ravijn van de TJI DJAGRAG)-W. rand van die graven (N. W. 698)- W. rand kg. TJIBOEAH. 3. Taak der onderdeelen. a. 4 e C i e valt aan over dien rug (van Djatinoenggal-Pa- sirpandjang) as van beweging het p. p. (later karrenweg) naar TJ1PEDES KALER. Kompas 340. Vermeester kg. TJIGOEROEDOEG7 b. 3 e C i e valt aan over dezen weg (waar we thans op zijn), as van beweging dit p. p. (naar SOEKARAME 3) kompas 338. c. richtingscie is de 4e cie. d. 2 e c i e uitwaarts en 300 m. achter 4e cie over den rug aan de overzijde van de TJI GENTOER. e. 1 e cie naar kg. PASIRPANDJANG. pel. M. steunt aanval van 4e cie, le stelling daar (DJAM- BAN). Vuren op rechtstreeksche aanvraag van C. 4e cie. g. Aanval wordt 12.45 ingezet. 4. Steun Artillerie. Art. vuurt van 12.45-12.48 n.m. op SOEKARAME 3 en kg 200 m. 0. daarvan (Doel A.). Andere voorbereide punten: B. deze graven met tusschen- terrein. C. Kg. TJIGOEROEDOEG. Vuuraanvragen aan mij te richten. 5. Mitr. van 111-1 R.l. vuren van 12.48—12.50 n.m. op SOEKARAME 3, daarna niet meer op steun van die mitr. rekenen. 6. Beveiliging. Bat. R. gev. bev. houdt verband met 2e cie, rukt op in richting 3 sprong O. SAWAHBERA, blijft ter hoogte 2e cie. 7. Verkenning. 2e cie zendt verk. patr. uit tegen kg. SAWAHBERA, op dracht: Is SAWAHBERA door vijand bezet? 8. Verband. a. Voorgenomen verplaatsing C. P.200 m.Z. TJIGERE- LENG. b. Na vermeesteren opgegeven doelen niet verder oprukken dan op mijn bevel. c. 3e Cie één patr. voor onderhouden verband met II1-1R.I. Deze kg. is niet op de schets geteekend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 79