239 ONDERSTELLING. (Vervolg). De toestand op 3-l-'31, 3.30 n. m. zooals deze den C.I. i R. I. bekend is is aangegeven op de tweede calque, achter in dit nummer. Ter toelichting diene nog het volgende: Vijandelijk artillerievuur heeft den aanval vertraagd, de richting van waaruit het art. vuur wordt gehoord, doet den bat. C. de vijandelijke art. stellingen vermoeden ergens tusschen kg. TJIGENTOER en pl. 4 aan den weg naar TJ1TJALENGKA. Het voorwaarts gaan van 1-1 R. I. wordt ernstig bemoeilijkt, zelfs gedeeltelijk belet door M. vuur uit KAPOETIHAN (300 m. Z. TJIBOEAH), om dit vuur tot zwijgen te brengen is hierop art. vuur aangevraagd. Slechts kleine vooruitgezonden afdn. winnen in front nog eenig terrein. De bat. C. verwacht, o. m. naar aanleiding van hetgeen de berichtofficier van Il-l R. A. (luit. Z.) hem heeft medegedeeld, dat 4 n. m. de troepen wel weer voorwaarts kunnen gaan. In afwachting van dit voorwaarts gaan is de troep thans bezig zich in te graven. (G. V. I. 73(1)). Kg. TJIGOEROEDOEG is door den vijand bezet, de C. der R. (2e) Cie van 1-1 R. I. heeft den indruk deze kg. niet zonder extra steun te kunnen ver meesteren, reeds werd een poging van die cie om de kg. binnen te dringen afgeslagen. Er is verband met de R. gev. beveiliging van het Det., zoodat de bat. C weet, dat deze troepen zich in(43 AA2) nog kunnen handhaven tegen sterke vij. Cav. (meer dan 2 eskadrons). Omtrent de geleden verliezen (zie I.M.T. no. 2. blz. 143) is den Majoor B. bekend, dat er momenteel een 15-tal gewonden op de Hp. V. P. zijn bin nengekomen, waarvan 5 marschvaardige gewonden reeds zijn afgevoerd naar de V(erzamelplaats) M(arschvaardige) G(ewonden). De overigen worden zoodra personeel van de T. A. (zie O. V. G. D. 38(2) beschikbaar is naar de V(erband)P(Iaats) vervoerd. A, 3.30 n. m. ontvangt C. I.-l R. 1. Det. A. GOEMENDOENG 3-l-'31, 3 n.m. No. 28. V e r t r o u w e I ij k. 1. Toestand II en III 1 R. I. zie oleaat Deze bats kunnen niet vooruit, zij graven zich in, III-l R. 1. is uit kg. TJ1PEDES KALER teruggeworpen. 2. Vliegerberichten wijzen er op dat vijand nog in den avond van 3-l-'31 belangrijk wordt versterkt (naar schatting door 2 bats. inf., waarbij ook art.). 3. Reken op mogelijkheid afbreken van het gevecht bij in vallen duisternis; geen nieuwe troepen meer in gevecht bren gen, dan na machtiging van mij. Det. C. Schriftelijk aano/l. Kap. Adjt. C. 1-1 R.I. per berichtofficier (kap. P.) Zie tweede oleaat achter in dit nummer.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 81