245 de inheemsche bevolking, alsook de redenen of aanleiding daartoe, en in het bijzonder, het drijven van handel in bepaalde planten (orchideeën), dieren, dierenhuiden, e. d., en eventueel de mate van export hiervan. 3. gegevens en bijzonderheden omtrent levenswijze en gedrag van bedoelde dieren, en in verband hiermee hun verondersteld of geconsta teerd nut of schadelijkheid, zoowel direct voor de menschelijke samen leving als voor de bestaansmogelijkheid van andere, positief nuttige of schadelijke dieren of planten. De welwillende rapporteur bedenke, dat elke inlichting, hoe gering schijn baar ook, voor den arbeid der Commissie van belang kan zijn; hij late zich daarom niet weerhouden ook alleenstaande bijzonderheden van slechts enkele planten- en dierensoorten te zenden. Alle gegevens zijn welkomeen schijn baar opzichzelfstaand feit kan in verband staan of gebracht worden met andere, reeds eerder bekende, en hierdoor een tot dusverre ontbrekende verklaring omtrent het locaal voorkomen, verminderen, vermeerderen of verdwijnen van bepaalde planten of dieren mogeiijk maken. Naast vorenomschreven vraagpunten vestigt de Commissie de bijzondere aandacht op de hiernagenoemde dieren; zij beveelt zich aan voor Uwe uit voerige gegevens 1. Grijze Gibbon, wou-wou of owa op JAVA (Hylobatas leuciscus Kiihl). 2. Groote zwarte Gibbon, siamang op SUMATRA (Symphalangus syndac- tylus Desm.). 3. Kleine Gibbon (geel, licht of donkerbruin) op SUMATRA en BORNEO (Hylobates agilis Cuvier en andere species). 4. Gekuifde Slankaap, soerili, gijak (niet de gewone monjet kerah) GROOTE SOENDA-EILANDEN (Semnopithecus spec.). 5. Orang Oetan, mawas op SUMATRA en BORNEO (Simia satyrus Linné). 6. Javaansche Neushoorn, badak, op JAVA, SUMATRA (Rhinoceros sundai- cus Cuv.). 7. Sumatraansche Neushoorn, badak, op SUMATRA (Rhinoceros sumatren- sis Cuv.). 8. Olifant, gadjah op SUMATRA (Elephas maximus sumatrensis Temm.). 9. Tapir, tjipan-tenoek, koedoe ajer op SUMATRA (Tapirus indicus Desm.). 10. Banteng op JAVA, BALI en BORNEO (Bos sundaicus Miill en Schlegel). 11. Dwergbuffel, sapi oetan, anoasoort op CELEBES (Anoa depressicornis). 12. Bergantilope, kambing oetan, noang op SUMATRA (Nemorrhaedus su matrensis Temm.). 13. Hertzwijn, babiroesa op CELEBES (Babirussa babirussa L.). 14. Tijger, matjan, rimau op JAVA en SUMATRA (Felis tigris sondaica Fitzinger). 15. Panter, toetoel, mejong, gogor op JAVA (Felis pardus Linn.). 16. Nevelpanter, rimau akar op SUMATRA (Felis nebulosa Griffith). 17. Maleische Beer, broeang op BORNEO en SUMATRA (Ursus malayanus Raffles). 18. Goudkat, rimau merah op SUMATRA (Felis temmincki Vig. en Horsf.). 19. Zwarte beermarter, bintoeroeng op JAVA, SUMATRA enz. (Arctitis bin- turong Raffles). 20. Schubdier, trengiling op de SOENDA-EILANDEN (Manis javanica Desm.). 21. Vliegende hond, kalong, in geheel OOST-AZIË (Pleropus edulis Geoffr.). 22. Andere groote zoogdieren. 23. Reigers, koentoel, blekok, banjo poetih (Ardeidae). 24. Minder algemeene vogelsoorten op CELEBES. 25. Python, oelar sawa, op JAVA, SUMATRA, BORNEO (Python reticula- tus Sch.). 26. Leguaan, minjawak, bijawak (Varanus salvator Laur). 27. Reuzenwaraan, boeaja darat op of bij Flores (Varanus komodoensis Ouwens). 28. Groote Schilpad met week rugschild (Trionyx en Pelochelys spec.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 87