251 Afweer van luchtstrijdkrachten. The Field artillery Journal No. 5. September-October nummer 1931. „Divisionartillery"generaal Culmann. „Technisch is het vuur op grond doelen niets anders dan een bijzondere soort van vuur op luchtdoelen. Dus komen we tot de conclusie dat luchtafweerartillerie geschikt moet zijn om artilleristische grondopdrachten op zich te nemen, misschien als bijkomende opdrachten". „Ten slotte zijn die ideale kenmerken van een veldkanon, een antitank-kanon en een luchtafweerkanon dezelfde, nl. kaliber 85 a 90 mm., V0 van 700 m. sec., horizontale dracht van 14 a 15 km. en een verticale dracht van 9 a 10 km. Sommige kanonnen kunnen dan weer van een iets grooter kaliber zijn, als zulks noodig is voor luchtafweer, nl. van 105 tot 120 mm." De luchtafweerartillerie wil schr. zien ingedeeld bij het legerkorps en wel één afdeeling voor elke divisie van het korps. „Uit een tactisch oogpunt moet de div. art., wil zij haar bestaan rechtvaar digen, de inf. steunen, het doet er niet toe in welk soort terrein ook, noch tegen welken soort vijand het gaat. Die vijand kan zijn in open terrein, in loopgraven, achter pantsers, op den grond of in de lucht. Div., art. moet krombaanvuur kunnen afgeven op de middelbare afstanden (3 a 4 km.). Daar beneden kan krombaanvuur alleen worden verkregen door speciale kleine wapens als inf. geschut en mortieren. We kunnen niet speciale soorten art. hebben voor iedere soort van vuur die in de div. verlangd wordt. Een lucht afweerkanon moet op gronddoelen kunnen vuren en een anti-tankkanon moet kunnen vuren op ongepantserde doelen. Het is noodzakelijk het aantal typen te verminderen ten einde moeilijkheden bij de munitieaanvulling te vermijden". The Field Artillery Journal. No. 5. September/October 1931. Auto- matic-rifles for defense against aircraft", majoor R. O. Rirkwood. Naar aan leiding van gehouden proeven in den afweer van vliegtuigen door automatische geweren door veld-art. (tot dusver was deze niet uitgerust met mitrs. voor dat doel) lezen we o.a.: „Als resultaat van de proeven kan worden geconcludeerd dat een automatisch geweer zeer goed kon worden gebruikt door veld-art. tegen laag vliegende vliegtuigen, maar dat het Browning automatisch geweer daarvoor te zwaar is. Een schitterend resultaat van de proeven was het kennelijke vertrouwen van de menschen in hun vermogen zich tegen aanvallen van laagvliegende vliegtuigen te kunnen verdedigen. Als moreel staat tot het physiek als 3 staat tot 1, zal dit vertrouwen een bezit van het allergrootste belang zijn in oor logstijd". Infantry Journal. No. 7. November/December 1931. „Antiaircraft Tac tics for Moveng Columnsluitenant F. T. Ostenberg. Luchtafweermitrs. op trucks gemonteerd kunnnen tijdens den marsch op drie manieren worden gebruikt: le. een colonne te beschermen door echelonsgewijze en sprongsge wijze vooruit te gaan; 2e een colonne te beschermen door een vaste opstelling te kiezen langs een weg; en 3e. een colonne te beschermen door verdeeling der afweermitrs. over de diepte van de colonne". Van deze drie methoden worden de voor- en nadeelen besproken, terwijl voor de laatste geldt dat die „ten allen tijde de maximum bescherming zal geven onder alle omstandighe den", Waffen und Wehr. No. 10 October 1931. „Ein kinematographisches Ma- schinengewehr"O.P. von Steewen. Tot dusver werden voor de oefeningen in het vuren op luchtdoelen gebruikt ballonnen of door vliegtuigen gesleepte schijven. Op de luchtvaarttentoonstelling te Parijs in 1931 werd o. a. een toe stel vertoond „das die bisher photograpisch ausgeführten Funktionen kinema- tograpisch auf Filmband mit einer viel langer möglichen ununterbrochenen Arbeitsdauer gestattete". Het „km.M.G." wordt aan de hand van talrijke foto's beschreven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 93