243 E. Ten slotte ontvangt Majoor B. om 6 n. m. TJIBOERIAL 1, 3-1-*31, 5.45 n.m. Det. A. No. 34. DETACHEMENTSBEVEL voor den terugtocht. Terugtocht 3-l-'31, 6.15 n.m. aanvangen. Schriftelijk aan Det. C. (als voren) en o/l. Kap. Adj. per tfn. Gevraagd (XI)De maatregelen van C. 1-1 R. I. (bevelen) onderscheidelijk na ontvangst van bovenstaande bevelen. 9. AANBEVELING. Van de Nederlandsche commissie voor Internationale natuurbescherming, ontvingen we het verzoek de hieronder volgende aanschrijving in ons tijd schrift op te nemen, aan welk verzoek we volgaarne voldoen. Daarenboven bood deze commissie een door haar tot de officieren en onderofficieren van het Koninklijk Ned. Indische leger gerichte circulaire aan, welke wij met het oog op de plaatsruimte niet in haar geheel kunnen opne men, doch waaruit we het volgende gaarne onder de aandacht van onze lezers brengen. Sedert jaren werd in verschillende landen geleidelijk het besef levendig, dat er iets gedaan moest worden tot bescherming van de natuurschatten aan dieren en planten tegen de zucht van den mensch om zich, hetzij uit winst bejag, dan wel uit sensatie-lust, meester te maken liefst van juist de meeste bijzondere soorten van die fauna en flora. Gingen de eerste pogingen voor dat doel, die bescherming, uit van man nen van de wetenschap, weldra begreep men, dat het overal regeeringszaak was om maatregelen te nemen, zoowel in het belang van de Wetenschap als van de Gemeenschap in het algemeen, teneinde nog te kunnen behouden, wat anders dreigde uitgeroeid te worden door onbezonnen jacht- en verza- mellust. Men kwam tot tweeërlei soort maatregelen le beperking of verbod van de jacht op bepaalde diersoorten en verbod om zekere dieren in gevangenschap te bezitten 2e het verklaren van zeer groote stukken terrein tot z.g. natuurmonument, in welke geen veranderingen in den besfaanden toestand zijn toegestaan (kappen, jagen, ontginnen e. d.), waarmede dus bedoeld werd de Natuur met al haar voortbrengselen ter plaatse ongerept te laten. Ook in Nederlandsch Indië werden terzake reeds maatregelen getroffen. Behalve dat meerdere z.g. „natuurmonumenten" reeds eerder werden aan gewezen, zijn sedert Juni 1931 nieuwe Jacht- en Dierenbeschermingsordon nanties en verordeningen in werking gesteld en zal naar wij hopen binnenkort een nieuwe Natuurmonumenten- en Wildreservaten-ordonnantie het licht zien, waardoor het mogelijk wordt om uitgestrekte terreinen tot verboden jacht gebied te verklaren. Jammer genoeg maken echter de moeilijke tijdsomstandigheden het der Indische Regeering onmogelijk het noodige te doen om een beter toezicht in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 85