A. De snelle pantserwagens (in hoofdzaak pantser
auto's) voor
1. Ondernemingen tegen flank en rug op grooten afstand.
2. Coups de main tegen belangrijke punten.
3. Opheldering.
4. Bij voorhoeden c. q. achterhoeden.
5. Bij de vervolging.
B. De langzame pantserwagens (tanks).
Als vermeld onder A ad 1, 2 en 4 doch op korten afstand
en verder eventueel in het gevecht. Als echter massa-inzet niet
mogelijk is, zal o. i. in verband met het gevaar voor vuur-
concentratie het gebruik in den eigenlijken veldslag zeer
beperkt blijven en zich bepalen tot het uitvoeren van ver
rassende stooten, hetzij in front dan wel op de flank.
Beschouwen wij eerst de bestrijding van de snelle pant
serwagens.
Ie. Zooals wij hierboven reeds uiteenzetten, moeten de eigen
troepen goed en tijdig op de hoogte worden gesteld van de
organisatie, de eigenschappen, het mogelijk optreden, de
gevaren en de zwakke zijden van de te verwachten pantser
wagens het gebruik van de bestrijdingsmiddelen (actieve en
passieve) moet daarop gericht zijn.
Dit is een algemeene eisch. De inlichtingendienst moet
hieraan kunnen beantwoorden.
2e. Een offensieve bestrijding is van het grootste belang. Hiervoor
is noodig dat het wegennet in een zone rondom de opereerende
troepenmachten, van zoodanige afmetingen, dat zij alle moge
lijkheden van optreden met pantserwagens omvat, wordt be
waakt door speciaal daarvoor aangewezen en uitgeruste troepen,
welke troepen offensief tegen pantserwagens ageeren.
Deze bestrijdingswijze werd in het begin van dit artikel
reeds uitvoerig behandeld, zoodat wij hier niet op terugkomen.
3e. De passieve bestrijding geschiede als volgt
a. De Infanterie (ook de Cavalerie) moet bij gevaar voor op
treden van pantserauto's de wegen mijden en zoonoodig snel
verlaten en de bedekte of tegen de vuuruitwerking dekking
aanbiedende terreinen, opzoeken, eventueel ermede rekening
houdende, dat pantserwagens daar niet kunnen volgen. Wegen
in ophooging zijn bij uitstek gevaarlijk en begunstigen het
optreden van pantserwagens, daar zij inzicht in het terrein
en gelegenheid tot borend vuur geven. Verder moet worden
getracht naast den weg op zoodanige wijze een stelling in
te nemen, dat vandaaruit tegen de p. w. kan worden opge
treden.
266