2. MITRAILLEURBEWAPENING VAN VLIEGTUIGEN door E. J. ROELOFS, lste Luitenant-Vliegenier. Hoofd Bewapeningsdienst der Luchtvaartafdeeling. Het ondervolgende artikel heeft ten doel, in een kort bestek een beschouwing te geven over de hedendaagsche mitrailleur- bewapening van militaire vliegtuigen, daar zich bij het schieten uit de lucht bijzondere omstandigheden en moeilijkheden voordoen, waarmede men bij het schieten op den grond geen rekening behoeft te houden. Op den voorgrond moet worden gesteld, dat de denkbeelden op 't gebied van vliegtuig-bewapening in de diverse landen dikwijls nogal belangrijk verschillen en dat de vliegeniers en waarnemers individueel het in den regel over dit vraagstuk ook niet eens zijn. Terecht mag daarom ook worden gesproken over het „Bewa peningsvraagstuk" dat, hoewel we de laatste jaren een belang rijken stap in de goede richting zijn gekomen, nog lang niet geheel is opgelost. Uit den aard der zaak kunnen dus in dit artikel verschillende persoonlijke meeningen van den samensteller worden verwacht. In beschouwing zullen slechts worden genomen de bewapening van één- en tweezitstoestellen, zijnde dit de typen, welke bij onze Luchtvaartafdeeling in gebruik zijn. Zoowel de bestuurder, als de waarnemer (bij tweezitters) hebben de beschikking over één of meer mitrailleurs. De Curtiss-jager is een éénzitter, de Fokkers CV zijn tweezitters. De andere vliegtuigen (De Havilland, Fokker DC. I. enz. mogen niet meer tot gevechtswaardige vliegtuigen worden gerekend). A. MITRAILLEURS DOOR DEN BESTUURDER BEDIEND. De mitrailleurs, welke door den bestuurder worden bediend, hebben ten allen tijde een vaste opstelling, d.w.z. zij zijn onbe wegelijk in het vliegtuig gemonteerd, en wel evenwijdig aan de lengteas van het toestel. Het richten geschiedt dus door met het toestel te manoeuvreeren. De inbouw van de mitrailleurs kan, behoudens een enkele uitzondering, op twee wijzen geschieden, n.l. 270

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 16