vlak voor den bestuurder, in den romp van het toestel, dan wel
in de vleugels. In 't eerste geval zullen de kogelbanen het vlak
van de schroef snijden, waardoor het noodig is, bepaalde voor
zieningen te treffen in 't tweede geval zijn geen speciale voor
zieningen noodig, maar doen zich enkele andere bezwaren voor.
a. Mitrailleurs welke door het vlak
Wanneer op vliegtuigen gemonteerde mitrailleurs zoodanig zijn
opgesteld, dat de kogelbanen het vlak van de schroef snijden, zal
het moment van het afgaan van het schot niet willekeurig kunnen
zijn, daar dan de zekerheid moet bestaan, dat bij een serie schoten,
geen enkele kogel de schroef treft.
Het afgaan van een schot moet dus verband houden met den
stand van de schroef ten opzichte van de verlengde zielas. Zoo-
dra een schroefblad deze denkbeeldige lijn is gepasseerd, mag de
mitrailleur worden afgevuurd.
Voor dit afvuren zorgt de motor zelve, door middel van een
z.g. „Afvuurinrichting". De mitrailleur vuurt dus niet automatisch,
maar wordt door den motor schot voor schot gecommandeerd.
Bij het afstellen van het z.g. „afvuurmoment" draagt men er
zorg voor, dat het schot afgaat, zoo spoedig mogelijk, nadat het
betrokken schroefblad de verlengde zielas gepasseerd is. Wel is
waar heeft men hiervoor bij het gebruik van een tweebladige
schroef, een hoek van 180° ter beschikking, maar men moet reke
ning houden met het feit, dat, bij het opvoeren van het toeren-
aantal van den motor, de hoeksnelheid van de schroefbladen toe
neemt, terwijl de kogel een constanten tijd noodig heeft om den
weg kamer-schroefvlak af te leggen. Bij een op vol toeren
loopenden Napier motor heeft het betrokken schroefblad reeds
een hoek van 70° afgelegd, wanneer de kogel het schroefvlak
snijdt. Bij nog sneller draaiende motoren wordt deze hoek belang
rijk grooter, terwijl de afstand van de opstellingsplaats van den
mitrailleur tot het schroefvlak mede van invloed is. Bij het steken
met zeer snelle jagers moet men zelfs rekening houden met de
mogelijkheid, dat de kogel in 't volgende schroefblad kan komen.
Hierop zal echter niet nader worden ingegaan.
Wanneer een mitrailleur automatisch vuurt, dus zonder gebruik
te maken van een hierboven genoemd (commandeerende) afvuur
inrichting, zal het wapen een constante (maximum) vuursneliïeid
hebben.
Bij het gebruik van een afvuurinrichting echter is dit niet het
geval, daar de vuursnelheid ten nauwste verband houdt met het
toerental van den motor. Ter toelichting moge het volgende
dienen
271
VAN DE SCHROEF SCHIETEN.