Hoe sneller de mitrailleur vuurt, des te meer schoten kunnen
er in het tijdsverloop, dat het doel onder vuur is, worden afge
geven.
Vandaar dat men bij het gebruik van twee vóórmitrailleurs óf,
(voor den waarnemer) een dubbelmitrailleur, als regel met beide
mitrailleurs gelijktijdig zal vuren. Men bereikt dus praktisch een
dubbele vuursnelheid.
De afstand, waarop gevuurd wordt, is afhankelijk van het kali
ber der wapens, zoodat men, ook ter wille van de uitwerking van
één enkelen treffer, dit kaliber gaarne zoo groot mogelijk neernt
(Zie onder E.).
De maximum schootsafstand voor een kaliber van 12,7 m.m.
is ongeveer 500 meter. Voor kleinere kalibers, bijvoorbeeld 7,7
m.m. is deze afstand slechts 200 a 300 M.
Jagers worden als regel uitgerust met twee vóórmitrailleurs van
verschillend kaliber. In het luchtgevecht zal bij voorkeur gebruik
worden gemaakt van het wapen met het grootste kaliber (groote
uitwerking van een enkelen treffer) terwijl, wanneer de tegen
stander slechts over mitrailleurs van kleiner kaliber beschikt,
de jager op een zoodanigen afstand kan blijven, dat hij zelf kan
vuren, zonder door den vijand te kunnen worden getroffen.
Bij den aanval op ongedekte gronddoelen, zal de jager gebruik
maken van zijn klein kaliber mitrailleur, teneinde zijn kostbare
munitie van groot kaliber zooveel mogelijk te sparen.
Bovendien heeft de kleine mitrailleur dikwijls een grootere vuur
snelheid.
Bij den aanval op weerstandbiedende gronddoelen (bijv. tanks)
zal de mitrailleur met het groote kaliber worden gebruikt.
D. HET RICHTEN.
a. Met de voormitrailleurs.
Aangezien de zielassen der vóórmitrailleurs evenwijdig (of, zoo
als bij vleugelmitrailleurs, nagenoeg evenwijdig) loopen aan de
lengteas en dus aan de bewegingsrichting van het vliegtuig, be
hoeft de bestuurder geen rekening te houden met zijn eigen snel
heid en bewegingsrichting. Valt hij aan op een doel, dat zich in
welken zin ook, voortbeweegt in de zelfde lijn als die, waarin zijn
vliegtuig zich verplaatst, cian is het richtprobleem voor den aan
valler al heel eenvoudig. Hij richt dan, zonder eenige correctie
toe te passen, precies op het doel.
Anders wordt het, wanneer de bewegingsrichtingen van aan
valler en aangevallene elkaar snijden, terwijl bij kruising van deze
twee denkbeeldige lijnen in 't geheel niet gevuurd kan worden.
In het laatste geval moet de aanvaller eerst zoodanig manoeuvree
ren, dat de kruisende lijnen elkaar snijden.
280