Vervolgens zal hij, om het doel te kunnen raken, een zekeren voorhoudhoek moeten geven, waarvan de grootte afhankelijk is van de volgende drie factoren le. De vluchttijd van het projectiel (dus de afstand waarop ge vuurd wordt). 2e. De hoek, waaronder de bewegingsrichtingen der beide vlieg tuigen elkaar snijden. 3e. De snelheid van het onder vuur te nemen vliegtuig. Tot voorbeeld moge het volgende dienen De bewegingsrichtingen der beide toestellen snijden elkaar lood recht, er wordt gevuurd op 300 meter, en het aangevallen toe stel heeft een snelheid van 200 K.M. per uur. Den vluchttijd van het projectiel stellen we op ]/2 seconde, in welk tijdsverloop het aangevallen vliegtuig ruim 25 meter aflegt. Op den genoemden afstand vurende, moet dus een 25 meter voor het doel worden aangelegd, dus een voorhoudhoek woren gegeven van 82 o/oo- Alnaarmate de afstand tusschen de beide vliegtuigen kleiner wordt, wordt ook de voorhoudhoek kleiner. Het bepalen van den voorhoudhoek geschiedt door den bestuur der meestal schattenderwijze. Hij heeft hiervoor geen instrumenten. Wel heeft men getracht om dit schatten, hetgeen een zeer groote routine vereischt, te ondervangen door bepaalde soorten richtmid- delen te construeeren (bijv. het ringvizier), maar geen enkel dezer richtmiddelen, die dus automatisch een zekeren voorhoud hoek geven, heeft tot nu toe voldaan. De richtmiddelen, waarover de bestuurder thans beschikt, kun nen worden onderscheiden in lijnvizieren en kijkervizieren. Een lijnvizier bestaat uit een ongeveer 80 c.M. lange staaf, welke is voorzien van een oogdop en een vizierkorrel. Ze voldoen goed, zijn goedkoop en hebben het groote voordeel, dat met beide oogen open gericht kan worden. Kijkervizieren bestaan in verschillende uitvoeringen, zoowel heel eenvoudige als ingewikkelde. De meest eenvoudige vorm be staat uit een niet vergrootenden kijker, ongeveer 40 c.M. lang, waarin een kruisdraad is gespannen. Ze hebben het voordeel van een groot gezichtsveld, maar het bezwaar, dat niet of zeer lastig met beide oogen open gericht kan worden, hetgeen gevaar oplevert bij het schieten op gronddoelen. Men loopt de kans, het vlieg tuig den grond in te „steken". Verder verweeren de lenzen in Indië spoedig. Ten slotte kan de bestuurder zijn mitrailleurs ook nog in de richting brengen door gebruik te maken van spoormunitie, welke methode, voor zoover mij bekend, echter nergens meer wordt toegepast. Wanneer spoormunitie (en speciaal rookspoor) wordt toegepast, moet dit meer worden opgevat als verkapte brand- munitie. 281

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 27