de benoodigde prauwen op de gevraagde plaats te deponeeren deze prauwen worden dan ingehuurd. Worden er vaak patrouilles naar zulke streken gezonden, dan verdient het aanbeveling, om op dergelijke plaatsen primitieve loodsen te bouwen, waarin een stel prauwen voor dergelijke patrouilles wordt opgelegd. Wanneer de patrouille zelf prauwen moet aanmaken, kost dit ongeveer 4 a 7 dagen tijd. In groote rivieren met stroomversnellingen kan men prauwen van 8 en 9 „depah" 1.60 M. lengte tusschen de vingers bij uitgestrekte armen) gebruikenlanger dan 9 depah liever niet van wege de moeilijkheden in de stroomversnellingen, men denke aan het laveeren en draaien tusschen rotsachtige uitwassen der oevers, tusschen steenen enz. Te lange prauwen zijn on handig, de prauwen kunnen gerust breed zijn, tot 5 „nggang'' of „djengkal'' 20 cM. lengte tusschen duim en pink bij geopende hand) toe, dit is nog niet zoo bezwaarlijk als een te groote lengte. Prauwen van 6 a 7 depah kan men zelfs tot ver stroomop waarts gebruiken zij zijn nog groot genoeg om, hoewel zeer voorzichtig, zelfs vrij groote stroomversnellingen te bevaren. Aantal prauwen. Heeft men zich een idee gevormd van de patrouille in het algemeen en van het soort prauwen (grootte, lengte en breedte), dan kan men nagaan hoeveel prauwen men mede moet nemen. Het aantal prauwen is afhankelijk van het aantal passagiers (militairen en veroordeelden), de geoefendheid der roeiers èn passagiers en den aard der te bevaren rivierendit voor wat betreft patrouilles te water, daar hierbij de levensmiddelen altijd wel meegenomen kunnen wordende laadruimte is n.l. groot genoeg. Bij transporten te water, hangt het aantal mede te nemen prauwen ook nog af van de transportgoederen, welke medege nomen moeten worden, waarbij men rekenen kan, dat elke pas sagier met zijn barang voor 5 colli telt. Aantal roeiers. Bij patrouilles in groote, moeilijk bevaarbare rivieren kan men in prauwen van 8 en 9 depah 5 a 6 geoefende militairen en veroordeelden als passagiers doen plaats nemen en volstaan met 5 a 6 geoefende roeiers, eerder minder passagiers dan meer in verband met de vrijheid van beweging. De minder geoefende roeiers staan anders de goeden in den weg. Zijn de passagiers minder geoefend, dan moet men verhoudingswijze een grooter aantal roeiers per prauw indeelen. Naar rato van bovenstaande norm kan men in prauwen van 7 depah niet minder dan 4 a 5 roeiers plaatsen en 4 a 3 ge oefende passagiers. 291

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 37