Zijn de rivieren minder moeilijk bevaarbaar, dan kan de ver houding wat ten gunste van de passagiers worden gesteld (hoe minder roeiers, hoe minder kostbaar de patrouille is). Men moet er echter rekening mee houden dat, hoe ongunstiger de verhouding ten opzichte van de roeiers genomen wordt, hoe langzamer men vooruit komt en hoe meer kans er op ongelukken bestaat. Het beste rendement (financieel) wordt dus niet altijd verkregen door minder roeiers te nemen. Als eisch moet verder worden gesteld, dat men steeds een prauw meer moet medenemen dan men bepaald noodig heeft; wanneer er een prauw defect raakt, kunnen in zoo'n geval de personen en goederen nog altijd verdeeld worden over de rest der prauwen, zonder deze te overbelasten. Na met het boven staande rekening te hebben gehouden moet men verder zijn aandacht wijden aan De indeeling der prauwen, waarmee men een aanvang maakt, nadat de prauwen grondig geïnspecteerd en eventueel verbeterd of gerepareerd zijn. Elke prauw krijgt zijn commandant; liefst een kaderlid en an ders een in die streken geroutineerde Inf. 1st. kl. of fuselier. Naast den commandant der prauw fungeert meestal de beste roeier als kepala prauw. Beiden worden verantwoordelijk gesteld voor de barang en de prauw, voor de goede en deskundige behandeling daarvan, kortom voor den goeden gang van zaken in hun prauw, ieder op zijn eigen terrein. Het eenvoudigst verdeelt men de passagiers en koelies als volgtLaat de patrouille aantreden en wijs de benoodigde prauw commandanten aan, die uit het gelid treden. De andere militairen en veroordeelden worden nu om de beurt in de volgorde hunner geoefendheid afgeroepen en plaatsen zich achter de hen aangewezen prauw-commandanten, zoodat men tegelijkertijd hierdoor zorg draagt, dat er in elke prauw verhou- dings-gewijze evenveel geoefenden plaats nemen. Niettegenstaande dat de roeiers onder hun kepala's zich zeiven het liefst verdeelen over de prauwen, blijkt het noodzakelijk dat wij ingrijpen en op gelijke wijze de roeiers indeelen, daar anders de goede roeiers bij elkaar gaan en men dan een of meer prauwen krijgt met minder goede bemanning, met alle daaraan verbonden bezwaren van grootere kans op ongelukken en het herhaaldelijk achter blijven gedurende de prauwvaart. De marschsnelheid is afhankelijk van die der laatste of wel langzaamste prauw. Een voorbeeld van verdeeling van roeiers, militairen en ver oordeelden over de prauwen woidt hieronder gegeven 292

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 38