Een goed beladen prauw, waarin de goederen stevig zijn ver
pakt geeft minder kans op verliezen. Wij hebben zelfs meegemaakt,
dat er van een omgeslagen prauw niets verloren ging omdat de
goederen op doeltreffende wijze met rottan vastgebonden waren.
Het beste doet men dan ook om een soort rottannet met groote
mazen over en om de barang heen te maken en het geheel vast
te binden aan de boorden en zitplanken der prauw.
Elke prauw-cdt. krijgt of maakt nu een collistaat, waarop het
aantal en den aard der goederen in zijn prauw geborgen vermeld
staan(een Dajaksche kepala prauw doet dit eveneens middels
knoopen in een dun stukje rottan.) Hij is verantwoordelijk voor de
barang in zijn prauw. De prauw-cdt. noteert de namen der roeiers,
zoodat eventueele diefstal of slechte behandeling der goederen
op hen verhaald kan worden.
Wanneer men weinig goederen bij zich heeft, legt men deze
op een bamboerooster in de prauw, zoodat het water onder in
de prauw de goederen niet kan bevochtigen. Als nadeel kan
genoemd worden, dat het zwaartepunt belangrijk hooger komt
te liggen en de stabiliteit der prauw geringer wordt.
De riviervaart in streken met vijandiggezinde bevolking,
waarbij men last van beschietingen kan krijgen of van aange
brachte hindernissen in de rivier. Men moet hierbij onderscheid
maken tusschen opvaart en afvaart.
A. Opvaart. Waar in den benedenloop de groote rivieren
modderige oevers hebben en het terrein op eenigen afstand der
oevers dikwijls ook van den zelfden aard is, met een dichte
begroeiïng van nipah2, rizophoren en dicht op elkaar groeiende
rietsoorten, kortom nabij de rivier de oevers onbegaanbaar zijn,
is het niet mogelijk om een beveiliging langs een of beide oevers
uit te zenden, zoodat men dan moet volstaan door in elke prauw
1 a 2 mil. opdracht te geven de oevers goed waar te nemen.
Wordt men beschoten, dan grijpt een ieder naar zijn wapens die
zich, vastgebonden, dicht bij de hand moeten bevinden, zoodanig,
dat de knoop waarmee men geweer en klewang vastgebonden
heeft, direct los te trekken is en springt men oogenblikkelijk aan
land, om den vijand te lijf te gaan.
Waar de oevers beter begaanbaar zijn en het marcheeren op
de oevers niet te veel oponthoud geeft, of wanneer men den tijd
heeft of een treffen met den vijand zoekt, laat men op beide
oevers op eenigen afstand vóór de patrouille of het transport een
afdeeling loopen langs de kanten der rivier.
Daar dit dikwijls zeer vermoeiend zal blijken te zijn, moeten
deze afdeelingen geregeld afgelost worden.
Heeft men niet veel tijd of zoekt men geen treffen met den
vijand, zooals dat bij de expedities in N. Guinea b. v. het geval
was, dan bepaalt men zich tot de waarneming van de oevers,
295