terwijl 1 a 2 mil. per prauw klaar staan om te vuren. Aldaar is dit gebleken afdoende te zijn. Voor een actie in vijandiggezinde streken is dit niet aan te bevelen, wel de waarneming, doch wanneer er gevaar dreigt, tracht men oogenblikkelijk aan den wal te komen om den vijand te bestrijdenin de prauw is men tamelijk hulpeloos. Bij het vuren uit de prauwen loopt men gevaar eigen partij te treffen, vooral omdat door de ontstane agitatie de prauwen schommelen, waardoor men eveneens de kans loopt om bij het vuren uit de prauwen te water te geraken. Een groote trefkans heeft men dan ook niet. Aanbeveling verdient het echter om een of meer licht geladen prauwen met zooveel mogelijk militairen als spits voor uit te zenden en een dito als achterspits. Deze prauwen moeten zich 100 a 200 M. voor en achter de patrouille of het transport bevinden doch altijd gezichts-verband houden. De op deze wijze uitgeruste prauwen zijn wel veel meer mobiel wanneer de vijand de patrouille bevuurt kunnen öf spitsprauw of achterste prauw c. q. beide tegelijk direct aan land gaan ten einde door een omtrekking den vijand te verrassen. Gevaarlijke plaatsen kan men door de spits laten bezetten. Gaat men aan land, dan moet men een dekking in en bij de prauwen achterlaten, die gebeurlijk de lading kan bewaken, dan wel lastgeven de prauw zoo noodig van den wal te stooten. Zoo de oevers ter plaatse van een beschieting steil zijn, dan doet men beter flink door te roeien of zoo er een sterke stroom staat zich af te laten drijven of stroomaf te roeien om boven- of beneden strooms aan den wal te gaan om den vijand te verjagen, dan te trachten onder 's vijand vuur den wal te bestijgen. B. Afvaart. Door de groote snelheid is het marcheeren van dekkingstroepen langs de oevers uitgesloten, waarom men dan steeds een of meer prauwen als spits vooruit laat varen, die het transport op de gevaarlijkste punten inwacht c. q. die punten bezet. Bij eventueele vijandelijke actie gedragen spits en achterspits zich dus evenals b/d opvaart reeds is aangegeven. Men moet met alle middelen tegengaan dat militairen en dwangarbeiders door angst gedreven overboord springen, waardoor de prauw kan omslaan en meerdere ongelukken ontstaan met mogelijke gevolgen van verlies aan menschenlevens, wapens, uitrusting, goederen en prauw. De bronnen, die nagegaan werden voor deze publicatie worden ter lezing aanbevolen 1. M.T. 1925 No. 8 ad 2. l.M T. 1926 No. 2 ad 6. 1. M. T. 1926 No. 3 ad 5. l.M.T. 1927 No. 3 ad 4. I.M.T. 1926 No. 5 ad 1. 296

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 42