ste methode is wel het stampen van de mais en het daarna weg
werpen van de kleine partikeltjes onder den naam van dedek.
Deze dedek bestaat namelijk hoofdzakelijk uit de zaadhuid en
de kiempjes, waarin de meeste voedingswaarde zitten (eiwit en
vet) en de vitaminen. In Midden-Java werpt men deze dedek
weg en wascht men het overblijvende maismeel zeer lang uit
(soms 3X24 uur) en uit de z.g. beras-djagoeng bereidt &men
door gaar stoomen in een koekoesan (dus zooals rijst) de spijzen.
Uit onderzoekingen is duidelijk gebleken, dat door deze bereidings
wijze zeer veel voedingsstoffen en vitaminen verloren gaan.
Op Madoera heeft de bevolking een andere bereidingswijze. De
djagoeng wordt daar gemalen en na door wannen de afscheiding
gemaakt te hebben tusschen maismeel (beras-djagoeng) en dedek^
stoomt men het meel gaar. De dedek gooit de bevolking echter
niet weg, doch eet deze dedekmais ook op.
Bij het gebruik van beras-djagoeng alleen zal men met goede
bijvoeding hierin voldoende voedingswaarde vinden. Doch het ge
brek aan BI vitamine zou zeer waarschijnlijk dezelfde gevolgen
hebben als vroeger het gebruik der afgeslepen rijst veroorzaakte.
Zou men dus mais willen aanwenden als voedingsmiddel, dan
zou de geheele korrel bereid en genuttigd dienen te worden oo
dezelfde wijze als rijst (stoomen).
Op grond van de door diverse voedselkundigen en Dr. Donath
gedane onderzoekingen kan worden geconcludeerd, dat mais een
zeer goed menschelijk voedsel genoemd kan worden, zelfs iets
beter dan rijst, geschikt om een belangrijke plaats in te nemen op
het menu.
In onze Indische Maatschappij heeft de rijst echter burgerrecht
verkregen en bij overgaan tot een ander (gemengd) hoofdvoe
dingsmiddel zou vermoedelijk op ernstige bezwaren (o.a. smaak
en gewoonte) worden gestuit. De mensch is nu eenmaal conser
vatief en zeer kieskeurig wat zijn voeding betreft en ons leger
maakt hierop geen uitzondering.
Toen gedurende den wereldoorlog in Nederland door verschil
lende maatregelen der oorlogvoerende landen voedselschaarschte
ontstond en de Regeering bij de voedseldistributie het rijstaandeel
verhoogde ten koste van het aardappelrantsoen, wegens onvol
doenden voorraad aardappelen, ontstond er in Amsterdam bijna
een opstand van de bevolking. Volgens den burgerman was „ri'st"
geen voedingsmiddel. „Aardappelen" daar kon een mensch op
leven. Ook het leger in Nederland moest zij het in mindere mate
deelen in de voedselschaarschte. Zoo werd wegens het vermin
deren van den runderstapel de maatregel ingevoerd, dat het leger
1 dag per week schapenvleesch zou eten. Hoeveel moeite heeft
het niet gekost om den Ned. militair aan dit vleesch te doen
gewennen.
305