als paardenvoedermiddel verstrekt moet worden wegens buitenge wone omstandigheden. Na afloop der manoeuvres in Bantam (October 1930), een oefening bestaande uit 2 periodes van 3 dagen oorlogstoestand (met 2 rustdagen tusschen de beide periodes), gedurende welke de paarden van 2 eskadrons cavalerie zeer zware diensten ge daan hebben, zeide een ter zake competent cavalerist mij, dat hij blij was dat de cavaleriemanoeuvre, die in aansluiting met de oefeningen in Bantam in de omgeving van Serang zou plaats heb ben gedurende 6 dagen, niet doorging, daar de paarden „dood moe" waren. Tegenover de ongunstige omstandigheden van zware diensten bij regenachtig weer, stond de gunstige omstandigheid gedurende bedoelde oefening, dat de dieren geregeld dagelijks hun vol rant soen hooi en gaba ontvingen, welke omstandigheid in oorlogstijd meermalen ook minder gunstig zal zijn. Is het dan niet gewenscht dat de paarden zelf wat reserve- voedsel in het lichaam meedragen Zou dit de „Ausdauer" van onze paarden niet vermeerderen En kan die grootere „Ausdauer" door maisvoeding misschien verkregen worden Ziehier vragen, die slechts door het nemen van proeven van ge mengde rantsoenen gaba en mais en van mais alleen (al of niet gekneusd) opgelost kunnen worden. Ten aanzien van mais als voedsel voor de menschen, zou het nemen van voedingproeven eveneens zeer gewenscht zijn. Dit zal echter niet gemakkelijk zijn. Men zou kunnen overgaan tot het geven van aanwijzingen aan de compagniescommandanten ter zake en door het geleide lijk vermeerderen van mais als bijspijs in allerlei vormen de mili tairen langzamerhand gewennen aan het nuttigen van dit voedings middel. Ook zouden in de militaire bakkerij proeven kunnen worden genomen om z.g. maisbrood te bakken. Dit brood is in verschil lende landen van Europa, Z. Amerika en Z. Afrika (toasted corn flakes schijnen in Amerika een lekkernij te zijn) geen onbekend artikel. In ons oorlogsmenu is het artikel brood helaas vervallen. Een van de oorzaken daarvan is vermoedelijk, dat de kleine voorraad meel, welke in Indië aanwezig is, spoedig zal zijn verbruikt, ter wijl bij isolatie van Java geen aanvulling van dien voorraad kan plaats vinden. Voor het opslaan van groote voorraden in ons klimaat leent meel zich niet, omdat het, na 2 maanden oplegging, tot be derf overgaat (althans belangrijk aan bakwaarde verliest). Het opslaan van tarwe is uitgesloten wegens het gemis van silo's. 309

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 55