ad 1. Het onderzoek bij den troep. Van ieder dertigtal nieuw aangenomenen wordt een klasse geformeerd onder een sergeant. Deze onderofficier heeft als klasse commandant overeenkomstige verplichtingen en bevoegdheden als een brigadecommandant in Indië. Hij houdt z. v. m. de klasse onder zijn voortdurend toezicht. Hij exerceert er mee, maakt marschen, houdt theorie, e.d. De dienst is er echter niet in de eerste plaats op berekend om „ervan te maken wat er van te maken valt" (de eigenlijke opleiding heeft plaats bij de recruten-depots in Indië), doch wordt er op ingesteld den commandanten de gelegenheid te geven hunne onderhebbenden in verschillende richtingen te leeren kennen in het bijzonder met het doel d i e eigenschappen te ontdekken, die de uitzending riskant zouden maken. De klassecommandan ten houden van hunne waarnemingen betreffende de karakter eigenschappen aanteekening op een voor dat doel ingerichte zg. „roode kaart". Om niet teveel plaatsruimte in beslag te nemen is deze kaart hier niet afgedrukt. Er komen in hoofdzaak op voor een 24-tal vragen over verschillende uitingen van den man. Bij voorbeeld of hij is: kalm of beweeglijk; resoluut of besluiteloos zwaarmoedig of vroolijk enz. Uit de antwoorden van den klasse commandant trekt de officier van gezondheid, belast met het psychologisch onderzoek dan zijn conclusies omtrent de zg. grondfuncties van den man. Hetgeen meer direct verband houdt met de militaire hoedanig heden van den man wordt door den klassecommandant genoteerd in een appèllijst, waarin de noodige rubrieken zijn aangebracht. De Officier-leider, die normaal een vijftal van dergelijke klas sen onder zich heeft, neemt deze laatste aanteekeningen over op een, voor iedere man afzonderlijk aangelegde „witte kaart" en stelt daarnaast zijn eigen bevindingen. Een tweetal geheel ingevulde (authentieke) witte kaarten is hieronder ter verduidelijking afgedrukt. Hetgeen daarop vermeld staat onder het hoofd Algemeene Gegevens is het resultaat van de waarnemingen bij den troep. Zoodra dit gedeelte is ingevuld wordt zoowel de roode als de witte kaart doorgezonden naar den officier van gezondheid bovenbedoeld, die den man voor zich laat verschijnen. 315

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 61