welke later (over eenlge jaren) misschien van groot nut zal blij ken te zijn, zoowel voor den troepenofficier als voor den keuren den Officier van Gezondheid. Noch praemature kritiek, noch praematuur enthousiasme mag thans de zaak vertroebelen. De toekomst moet eenvoudig uit maken of de aldus verkregen selectie van waarde isin casu of het aantal „psychisch minderwaardigen" en „ongunstige ele menten" in den troep kleiner is geworden. Over die ongunstige elementen nog een enkel woord. Het zijn grensgevallen, die met één voet in het Bataljon en met de andere in het hospitaal staan. Toen wij eertijds belast waren met het geven van psychiatrische adviezen, waren wij vaak de schakel tusschen troepenofficier en Geneeskundige Commissie. Zoo'n ongunstig element is nl. van twee zijden te belichten. De troepenofficier is eerder geneigd om van een onmogelijken desperado, die voor geen enkele correctie meer vatbaar is, te zeggen „De man is psychopaaihdaarom is het zoo'n ongunstig element!" Een Geneeskundige Commissie oordeelt allicht: „Men mag een on gunstig element zoo maar niet eenpsychopaath noemen!" Deze opvatting is logisch. Zou een Commissie daarvan afwijken, dan liep zij gevaar funeste antecedenten te scheppen. Zoo blijft de vicieuse cirkel bestaan en deze zal blijven bestaan zoolang we geen psychologisch of beter typologisch houvast hebben. De Beslissing. Aan de hand van de door de Officieren en kader van den troep versterkte gegevens en die van den Officier van Gezondheid belast met het psychologisch onderzoek neemt de Commandant der Koloniale Reserve een Beslissing (zie kaarten). Is de man geschikt geoordeeld voor uitzending, dan wordt hij toegelaten tot een definitieve verbintenis en ontvangt zijn handgeld. In het andere geval wordt hij onmiddellijk ontslagen. Het thans breed opgezette onderzoek zal waarschijnlijk over enkele jaren met vaststaande feiten kunnen staven, hetgeen op het oogenblik nog min of meer theorie is. Voorkomen is beter dan genezen. Dit is de praemisse, waar van we heden in Nijmegen uitgaan. Geen moeite wordt gespaard om door gemeenschappelijke samenwerking zooveel mogelijk de cepties voor Gouvernement en individu te voorkomen. Nijmegen, Februari 1932. 327

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 73