aangaat, merkt ik nog op dat die m. i. dient te geschieden door
de voorste troepen zelf.
De verkenners welke de sectie voorafgaan, zijn te zwak om de
sectie inderdaad te beveiligen, maar het afzonderen van een afdee-,
ling voor beveiliging in front is niet aan te bevelen want we ver
snipperen dan de sterkte. Een kar. groep bijv. is voor het be
veiligen van een front van 150 meter in bedekt terrein te
zwak nemen we een sterkere afdeeling dan heeft deze ongeveer
de sterkte der voorste troepen.
Beter is het m. i. te volstaan met waarneming door de verken
ners wat reeds een zekere beveiliging vormt, verder de beveiliging
te verkrijgen met de voorste kar. groepen c.q. gesteund door de
kar. mitr. groepen. Deze moeten toch paraat zijn zoodat zij een
beveiliging op zich zelf vormen.
Wel is een afzonderiijke beveiliging gewenscht zoodra de sectie
op een vleugel optreedt. De aandacht der troepen moet dan niet
alleen op de opmarschrichting gevestigd blijven, maar tevens moet
men waken tegen een optreden tegen de flank. Daartoe is het
gewenscht een afzonderlijke afdeeling aan te wijzen voor waar
neming en beveiliging op den niet aangeleunden vleugel.
Bovenstaande dient een sectiecommandant in voorste linie reeds
te regelen zoodra kans bestaat op aanraking hetzij met verk.
afdeelingen, hetzij met vijands stelling of met een vorfeld stelling.
De aanval.
Stoot nu de sectie op den vijand dan komen eerst de voorste
troepen in gevecht. Indien de verkenners eenig bericht hebben
gezonden, beschikken de ondercommandanten over eenigen tijd
om zich op den aanval voor te bereiden.
De verkenners gaan toch de sectie vooraf doen ze hun werk
goed en hebben ze veine, dan nemen ze den vijand waar ze
zijn echter te zwak om veel meer te verkennen maar het bericht
dat een bepaald punt bezet is, vormt reeds een belangrijk gegeven.
Ontvangt de sectiecommandant een dergelijk bericht dan kan
hij aan de hand van de kaart en het terrein, van te voren over
wegen wat voor aanvalsdoel hij aan de voorste troepen zal op
geven wat uit tactisch oogpunt hem belangrijk voorkomt om te
worden aangetast en een en ander in het terrein aangeven.
Hij heeft ook tijd korte opdrachten te geven aan den cdt. dei-
voorste kar. mitr. groep bijv. neem daar stelling, steun die groep,
strookOp deze wijze geeft hij inderdaad leiding aan
den troep aan de ondercommandanten om het gevecht verder
in te zetten en door te voeren.
Op dezen strijd kan de sectiecommandant weinig invloed uit
oefenen want hij zou daartoe mede naar voren moeten gaan.
Onder het huidige vernietigend Inf. vuur is dat te gevaarlijk, want
333