hij is dan vrij zeker niet meer beschikbaar om leiding te geven aan den strijd van de later in te zetten achterste afdeeling, waar het om gaat. Juist met die afdeeling moet hij succes zien te ver krijgen of een door de voorste troepen verkregen resultaat uit buiten. Brengen de verkenners onverhoopt geen bericht binnen, dan stooten de voorste troepen onverwachts op den vijand en is er weinig tijd beschikbaar om het gevecht te regelen. Toch zal men altijd moeten trachten het gebruik der krachten te overwegen, even overdenken van een plan is onder alle om standigheden noodzakelijk, maar noodgedwongen moet men nu zeer snel besluiten en handelen. Heeft de sectiecommandant gelegenheid om korte aanwijzingen te geven, dan komt dat het optreden ten goede, want hij heeft beter inzicht dan de ondercommandanten. Ontbreekt hem den tijd daartoe dan rust de leiding geheel op de ondercommandanten. Gedurende het gevecht der voorste troepen krijgt de sectiecom mandant van zelf een indruk van vijands opstelling. Het gevecht volgende, kan hij zoodra er teekening in komt, overwegen waar en wanneer de achterste groep het best zal kunnen optreden. Deze moet intusschen op voldoenden afstand halt houden wil ze op elk punt kunnen ingrijpen. Waar de vijand blijkt zwak te zijn, taste men met de geheele achterste afdeeling door, want daar is de kans op succes het grootste. Vorderen de voorste troepen nergens, dan is versterking ge- wenscht. Begunstigt het terrein het gebruik der kar. mitrs., dan versterke men de voorste afdeeling met een of twee kar. mitrs. om vervolgens na het effect dier vuurkracht te hebben afgewacht, het meest gunstige punt uit te kiezen om met de rest, in vereeniging met de aanwezige voorste troepen, door te tasten. Een juiste keuze van de plaats der kar. mitrs. verhoogt vaak het rendement dier wapens en bevordert den hoofdstoot. De sectie commandant wijze daarom als regel de plaats zelf aan met de uitvoering behoeft hij zich verder niet te bemoeien want de com mandant der k.m. brigade is daarvoor beschikbaar. Hoofdzaak is dat de sectiecommandant het inzicht der onder commandanten als het ware verruimt door bepaalde opdrachten te geven, waarvan de ondercommandanten in het terrein van zelf, dank zij hun opleiding, de waarde zullen begrijpen. Zoodra de samenwerking van de kar. mitrs. met de kar. groepen is geregeld, kan de sectiecommandant zijn aandacht geheel aan den hoofdstoot wijden. Nu is ook het oogenblik aangebroken, dat hij zelf den aanval en storm leidt om door persoonlijk optreden zijn menschen te bezielen. 334

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 80