341 tank, dan moet de mijn juist vóór een der rupsbanden zijn gebracht, waar door de mijn wordt ingedrukt en explodeert. Ons komt de methode, hoewel ingenieus bedacht, weinig betrouwbaar voor, daar de bediening van de mijn vanaf korten afstand en dus onder het krach tige vuur van de tank zelf moet geschieden. De vraag, hoe het-met gebruik making van eenvoudige middelen wèl moet, is echter minder gemakkelijk te beantwoorden. Tactisch gebruik der Artillerie. Militar Wochenblatt. Jan. '32. No. 25. Nah.kam.pfartillerie in der Ver- teidigung"Kittm. Crisolli. Met 36 stukken (ingedeeld bij de Duitsche divisie) is het onmogelijk een aaneengesloten voldoende intensief spervuur te leggen voor een hardnekkig te verdedigen stelling van bv. 6 km. breedte. Schr. acht dit ook niet noodzakelijk, omdat ook de zware infanteriewapens (zw. mitrs en mijnenwerpersjin het algemeene vuurplan een belangrijken rol spelen en zoodanig moeten worden gebruikt, dat de artillerie voor andere opdrachten bv. als contra- battn beschikbaar is en als neventaak alleen, ook uit moreele overwegingen, aan het spervuur deelneemt. Naar schr.'s meening mag het spervuur door de inf. alleen dan worden verzocht als een vijandelijke aanval uit onverwachte richting plotseling de lijn van de gevechtsvoorposten overvalt. Het spervuur vóór een verdedigende stelling moet dus door de eigen art. in ieder geval zijn voorbereid om aan de inf. de zekerheid te geven, dat zij bij een plotse- lingen vijandelijken aanval en in het bijzonder bij slecht zicht door de art. wordt gesteund. Opleiding. De Militaire Spectator. Dec. '31. No. 12. „De taak van het dienstplichtige kader", door Af. IV. L. van Alphen, Kapt. G.S. Wanneer men, onder hand having van den thans bestaanden eerste-oefeningstijd, de instructie legt in handen van het dienstplichtige kader, dan zal het resultaat zijn een leger, dat zoowel bestaat uit een minder dan matig geoefenden troep. Het wordt „Opleiding van dienstplichtigen door niet-deskundigen"een tweede gat graven naast een ander. Verlenging van eerste-oefeningstijd voor het dienstplichtige kader moet onder de huidige omstandigheden uitgesloten worden geacht, ergo: de opleiding moet in handen blijven van het beroepskader. Revue Militaire Suisse. Jan. '32. No. 1. Majoor E. M. G. Friedlan- der, instructeur aux écoles de tir, betoogt terecht in „L'enseignement du tir dans nos écoles de recrues est-il encore rationnel?" dat in den modernen oorlog meer dan ooit behoefte bestaat aan juistheidsschutters, nu de automatische wapenen het vroegere bundelvuur van de geweerschutters hebben overgenomen en de geweerschutter dus thans feitelijk uitsluitend bestemd is voor het individueele gevecht. Revue d' Artillerie. Jan. '32. In „Note sur les exercices avecpétards" wijst Lt.-cold' art L. Camps op de noodzakelijkheid van het veelvuldig houden van pétardes-oefeningen omdat „ces derniers sont excellants paree qu'ils for- ment les reflexes du tireur" Bulletin Beige des Sciences Militaires. Jan. '32. Tome 1. No. 1 bevat een in het bijzonder voor onze mitraillisfen belangwekkend artikel van de hand van Capitaine de Wit, getiteld „Procédés de mise en parallélisme d' une batterie de mitrailleuses," waarin behalve de vier voorgeschreven methoden (Règlement Général sur les mitrailleuses) een viertal andere, onder bepaalde tactische omstandigheden aanbevelenswaardige, methoden worden beschreven. Organisatie. Allgemeine Schweizerïsche Militarzeitung. Jan. '32. No. 1„Grundsatzli- che Gedanken zu einer neuen Militarorganisation"OberstE. Bircher. Gemiddeld,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 87