ten, is het misschien niet ondienstig te constateeren, dat in het
algemeen gemechaniseerde en gemotoriseerde troepeneenheden,
op zichzelf beschouwd, minder scheepsruimte eischen dan z. g.
hippomobiele formaties, die bovendien bij lange zeereizen nog
een belangrijk verliespercentage riskeeren. Bovendien leveren zij,
indien hetgeen voorbereid kan worden geëigende landings
middelen worden medegenomen, bij een landing minder moeilijk
heden en vooral minder tijdverlies op, dan formaties met dierlijke
tractie.
Bij het beramen van de maatregelen tegen een gelanden vijand
zullen wij dus goed doen steeds ernstig rekening te houden met
het optreden van gemechaniseerde of gemotoriseerde formaties
in den vorm van wielrijders, infanterie op auto's, pantserauto's
en zelfs hoewel minder waarschijnlijk vechtwagens.
De reden, dat wij voorloopig het optreden van vechtwagens
nog het minst waarschijnlijk achten, is vnl. gelegen in de om
standigheid, dat het instand- en bedrijfsvaardig houden van
vechtwagen-formaties een dusdanig uitgebreide organisatie en
outillage noodzakelijk maakt, dat het medenemen ervan, vooral
bij de zooeven genoemde ondernemingen op beperkte schaal
vrijwel ondoenlijk is. Echter en hierop leggen wij den nadruk
is die reden zeer zeker niet het „Indische terrein"
waarvan velen gelooven, dat het het gebruik van vechtwagens
niet zou toelaten. Wij voor ons zijn overtuigd, dat op Java althans
wat betreft de moderne vechtwagens, welker bodemdruk per
oppervlakte-eenheid minder is dan die van den infanterist de
meeste terreinen, ook de sawahterreinen, zeer goed het gebruik
van vechtwagens zullen toelaten.
Wij hebben in onze beschouwingen toch ook nog de vechtwa
gens betrokken, niet alleen volledigheidshalve, maar ook omdat
door de snelle ontwikkeling van de hedendaagsche techniek,
het verschil tusschen de beide typen: p a n t s e r a u t o snel,
doch slechts bruikbaar op de wegen en niet in het terrein en
vechtwagen(tank) langzaam, doch bruikbaar in bijna alle
terreinen steeds meer vervaagt en wij dus in de toekomst steeds
meer met pantserauto's te maken zullen krijgen, wier eigenschap
pen die der vechtwagens benaderen. En omgekeerd.
De hierbijgevoegde schetsjes, welke overigens noch aanspraak
maken op volledigheid, noch op technische juistheid, mogen
eenigszins van deze ontwikkeling een indruk geven en laten zien,
dat allerlei overgangsvormen zijn ontstaan.
Behalve, dat de pantserauto steeds meer geperfectionneerd is
geworden en de moderne pantserauto bijv. thans voorzien is van
vierwiel-aandrijving en dubbele besturing, waardoor de wagen
evengoed en meestal met dezelfde snelheid, zoowel vóóruit als
256