339 gebied. Ten aanzien van de krijgsgeschiedenis ligt beperking in de bedoeling tot die onderwerpen, welke van waarde zijn voor toepassing in den modernen krijg. Tactische oefeningen op de kaart zullen geregeld worden opgenomen. Voorts zal een ruime plaats worden bestemd voor het voornaamste, dat wordt gepubliceerd in de militaire vakpers in het buitenland, terwijl ten slotte een rubriek is ingericht om de lezers op de hoogte te doen blijven van „het leven en streven in de Koninklijke Landmacht". De redactie van het I.M.T. spreekt den wensch uit dat de M.S. een tijdperk van ongekenden bloei tegemoet moge gaan 11. TIJDSCHRIFTENOVERZICHT. Tactiek. Militar Wochenblatt. Jan. 32. No. 25. Qenercilleutnant a. D.D.E. Fleck beschrijft in Die Leere des Schlachtfeldes" nogmaals de aanzienlijke ver andering, welke de doelen in de oorlogen sedert 1900 hebben ondergaan tengevolge van de groote vuuruitwerking van de moderne wapenen en de moeite, welke men in het bijzonder in Duitschland heeft gehad om in te zien dat gesloten formaties, helgekleurde uniformen, schimmels bij de cavalerie, vaandels en standaarden, enz. enz. op het eigenlijke slagveld uit den tijd waren. In No. 26 zet schr. zijne beschouwingen voort en vraagt zich af of slagvliegers en tanks i. v. m. de groote doelen, welke zij bieden, in toekomstige oorlogen nog te duchten zullen zijn. In het bijzonder betwijfelt hij dat t. a. v. de tanks, welke het op den duur z. i. tegen de afweerwapenen zullen moeten afleggen. Hij voorziet, dat zoodra de Inf. kan worden uitgerust met automatische ge weren, voorzien van pantserdoorborende munitie, de tank even snel van de slagvelden zal verdwijnen als hij indertijd bij Cambrai opdook. Wij zijnt.d.a. minder gerust. De motortechniek maakt nog voortdurend groote vorderingen en de bekende strijd tusschen projectiel en pantser staat t. a. v. de tank nog in zijn kinderschoenen. De zucht om op het gevechtsveld alles zooveel mogelijk te dekken, te versnipperen, aan het terrein aan te passen en te camoufleeren leidde tot wat men aan D. zijde noemde: „Krümmelverfahren"De door de artillerie aan de infanterie te verleenen steun leed bepaald door de geringe zichtbaarheid van de opstellingen. Schr. haalt een (verkeerd!) voorbeeld aan van infanterie, welke een tijd lang met de helm (zonder overtrek!) aan een gevecht deelnam om het treffen van die inf. door de projectielen van de eigen art. te doen ophouden (vermoedelijk zijn daardoor de verliezen door vijandelijk vuur minstens evenredig toegenomen Militar Wochenblatt. Jan. '32. No. 25. „Aafklarang utid Marschsiche- rung durch bewegliche Verbande"De inf. divisie behoeft ten eerste een beweeglijk ophelderingsorgaan, dat niet belast mag worden met gevechtsop drachten van welken aard ook en ten tweede een beweeglijk orgaan, dat in opdracht heeft te zorgen, dat de opmarsch of terugtochtsmarsch geleidelijk en rustig kan verloopen zoolang geen sterke gevechtsaanraking bestaat. Theoretisch komt men dan tot desiderata, welke ver uitgaan boven de or ganiek ingevolge F.u.G. deel II toebedeelde lichte troepen: voor de ophel dering nl. tot een geheel regiment cavalerie met hulpwapens o.a. een batterij en voor de beveiligende taak tot een bataljon wielrijders (voorzien van lastauto's 2 a 3 batterijen, een mitr. cie, een pionierde, een verbindingsafd. enz. enz., alles voorzien van motorvoertuigen. Ook indeeling van vecht- wagens bij de lichte troepen wordt noodig geacht um das Gelande wirklich restlos zu saubern". Theoretisch-tactisch is met dgl. middelen uiteraard eene ideale opheldering en beveiliging te bewerkstelligen doch organisatorisch zal zich geen enkele

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 85