zonderling genoeg, vergeet hij één détail, dat zijn taak bijzonder
heeft verlicht, nl. dat hij het Russische vercijferingssysteem kende.
En daar de Russen steeds van draadlooze telegrafie gebruik
maakten, ontving hij de uitgezonden Russische orders dus op
hetzelfde moment als de geadresseerden.
's Avonds werden de ontcijferde Russische bevelen bij hem
gebracht, en eerst na kennisneming daarvan gaf Lud.end.orff zijn
bevelen uit. En wanneer bij uitzondering eens eenige vertraging
in de regelmatige ontvangst der cryptogrammen was ontstaan,
heerschte een zenuwachtige opwinding op het cijferschriftbureau.
De oorzaken van de Russische handelwijze waren naast gebrek
aan draadverbindingen slechte voorbereiding, slechte organisatie,
ongeoefendheid en onkunde. Doch behalve dat alles waren er
nog andere, véél ernstiger, factoren in het spelcorruptie en
verraad.
Volgens Hutchinson, „Les dessous des archives secrètes" was
de Russische Minister van Oorlog Soukhomlinoff een geheim
agent van Duitschland, en zou Mevrouw Soukhomlinoff aan
Hindenburg hebben doen toekomen den bij den Russischen
Generalen Staf in gebruik zijnden code.
Sydney Really, van den Engelschen Secret Service, moet zelfs
een heel complot van verraders hebben ontdekt, waarbij Russen
uit hoog-aristocratische kringen waren betrokken.
De commandant van het station, dat het belangrijkste knooppunt
was van de verbinding met het front, Manasewitch genaamd, was
o. m. een betaald agent van de Centrale Keizerrijken. „Oncon?oit
„que, dans ces conditions, l'armée allemande ait pu envisager
„une guerre frafche et joyeuse. 11 est même étonnant qu'avec de
„tels éléments sa victoire sur le front oriëntale n'ait pas été plus
„rapide".
Daargelaten of dit alles historisch juist is, leert ons dit toch,
dat we bij het opbewaren en het gebruik van codes niet voor
zichtig genoeg kunnen zijn. In de onderscheidene werken over
geheimen dienst en spionnage komen verschillende gevallen van
diefstal van codes voor, waaruit men tevens kan zien, hoe ge
raffineerd men bij dergelijke ondernemingen te werk gaat.
Dat de Russen overigens hopeloos naïef waren, blijkt wel uit
het feit, dat zij nog in het begin van 1916 dus na ruim ander
half jaar „practijk" gefingeerde berichten uitzonden, waarin aan
het eind heel goedmoedig werd verklaard „vrees niets, het is
maar gefingeerd"
In November 1914 waren sleutels van het Duitsche cijferschrift
in handen der Russen gevallen, en de Duitschers zouden dit dus
te eeniger tijd bemerken. Het cijferschrift moest nu worden ver
anderd, terwijl intusschen door de opgedane ervaringen een beter
inzicht was verkregen aangaande de daaraan te stellen eischen
van veiligheid en hanteerbaarheid.
363