2. HET SAMENSTELLEN VAN EEN VUURPLAN
door
J. H. DE VRIES,
le luit. der Inf.
Een veelvuldig voorkomende opdracht bij kaderoefeningen, is
het maken van een vuurplan (G. V. I. 227). Daar er echter niet
altijd overeenstemming heerscht omtrent den omvang van de
opdrachten welke aan de verschillende vuureenheden kunnen
worden gegeven, wil het ons voorkomen, dat het wel nuttig is
eens nader in beschouwing te nemen, wat van de verschillende
wapens (mitrs., k. m.'s en art.) kan worden verlangd.
Een eerste eisch bij het geven van vuuropdrachten is beper
king. De neiging welke elk menschelijk wezen in zich heeft bij
het in staat van verdediging brengen van een terreindeel is, om
voor het front, in de diepte en op de vleugels, zooveel mogelijk
vuur te brengen. Op zichzelf is deze neiging toe te juichen,
doch zij mag niet de oorzaak zijn dat de wapens, die dit vuur
moeten afgeven, overbelast worden. Een sie. mitrs. bijv. mag men
geen vuurstrook van 90° toewijzen. Hoewel het vaak mogelijk
zal zijn om op elk punt van deze strook vuur te brengen, is de
capaciteit van een sie. mitrs. niet zoo groot, dat men kan zeggen dat
het terrein binnen die grenzen onder (voldoende dicht) mitr. vuur ligt.
Men moet over de bezwaren heenstappen, dat niet voor het
geheele front èn k. m. vuur èn mitr. vuur èn art. vuur kan
worden gebracht, doch dat is ook bij buitenlandsche legers niet
mogelijk. De wapensoorten moeten aanvullend werken, hoewel
het natuurlijk altijd gunstig is, wanneer zonder overbelasting kan
worden verkregen, dat verschillende strooken elkaar overlappen.
Beter is het met smalle strooken tevreden te zijn en de over
tuiging te bezitten, dat in die strooken dan ook werkdadig vuur
kan worden gebracht, dan een vuurplan te ontwerpen dat den
indruk verwekt, dat overal zoowel door k.m.'s als door mitrs.
of art. vuur wordt gebracht, terwijl dit vuur in werkelijkheid zoo
dun zal zijn, dat geen voldoende uitwerking is verzekerd.
Achtereenvolgens zal worden besproken
1. Mitrailleurstrooken.
a. Hoofd- en neventaak voor mitrs.
b. Bezwaren der te breede strook.
c. Grootte der op te geven strook.
368