men zich hieraan niet, dan zal het ingediende vuurplan een te optimistisch beeld geven. Het zal den indruk wekken, dat op zeer veel plaatsen mitr. vuur zal worden gebracht en dat men daar dus, wat de vuurdichtheid betreft, niets behoeft te vreezen, terwijl het achteraf zal blijken dat het onmogelijk is, al die ter- reindeelen met werkdadig mitr. vuur te bestrijken. Zooals reeds is gezegd, onze reglementen geven niet aan, wat als max. vuurstrook moet worden beschouwd, doch bij de meer- daagsche schietoefeningen voor mitrs., gehouden te Babakan in 1924, werden gedrukte afstandskaarten gebruikt, zooals thans bedoeld in V. S. Mitr. pt. 140. Op deze kaarten hield men ook rekening met een max. vuurstrook van 45°. II. Karabijnmitrailleurs. a. Alleen schootsrichting aangeven. Geen „neventaak". Ook hier moeten wij er zeer ernstig voor waken, niet aan de neiging toe te geven, om het vuurplan den indruk te doen ver wekken, dat het geheele front met k. m.'s wordt bevuurd. Het opgeven van een hoofd- en een neventaak, aangeduid door twee schootsrichtingen, moet bij dit wapen nog meer ver oordeeld worden dan bij de mitrs. Wat mogen wij van de k. m.'s verwachten? N. o. m. niet meer, dan dat de k. m. in één richting schiet en deze richting wordt op het vuurplan door een pijl aangegeven. Uit denaard der zaak is dit in de practijk geen wiskundig zuivere lijn en kan dek.m. daar ook wel wat links en rechts van vuren, doch het aangeven daarvan is o. i. niet noodig. Wanneer wij de capaciteit van de k. m.'s niet overschatten dan zal blijken, dat zij het geheele front van het cies. vak niet kunnen bevuren vooral niet daar een diepteopstelling noodig is Veel kan hier worden bereikt door flankeerende opstellingen, waarbij wij echter vooral niet mogen vergeten hetgeen in het G. V. 1. pt. 203 (2) is vermeld. Elke man zal de neiging hebben, zuiver in front te vuren, omdat daar zijn voornaamste tegenstander is, vandaar komt voor hem het gevaar. Wij moeten hem dus de overtuiging bij brengen, dat voor zijn veiligheid goed wordt gezorgd, zoodat hij het gevoel krijgt, dat de (flankeerende) schootsrichting zijn front is geworden. b. De opstelling der k. m.'s bij de compagnie. Hoewel de 2e zin van lid (3) van pt. 9 R. I. aangeeft, dat de samenvoeging der k. m. groepen in een k. m. brigade, een zoo 374 Noot van de redactie. Men leze dit anders. Samenvoeging (organiek) waar borgt een economisch gebruik, omdat zij de gelegenheid opent bij de ver deeling rekening te houden met den tactische toestand, zoodanig dat geen wapen noodeloos onwerkzaam blijft.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 28