„conséquant, tout au moins dans les milieux militaires, des fonctions „leur permettant de consacrer tout leur temps a leur sujet". Vóór het uitbreken van den oorlog bestond volgens Gylden in Duitschland geen speciale opleiding tot cryptoloogde met den vercijferingsdienst belaste officieren waren autodidact, hetgeen voor een deugdelijk begrip van cryptografische problemen in het algemeen geen aanbeveling verdient. De juistheid van deze bewering laten we geheel voor rekening van Gyldenvolledigheidshalve laten we hier echter volgen, hetgeen Kerckhoffs zegtinz'n werk: „La cryptographie militaire'' (1883), blz. 4: „Les Allemands posent en principe que la correspondance „cryptographique doït être employé de la manière la plus étendue: „les programmes de leurs écoles militaires prescrivent non seulement „d exercer les officiers d la composition et a la lecture des dépêches „secretes, mais encore de les initier a la connaissance de tous les „principes théoriques de l'art de déchiffrer". Het is echter onafwijsbaar noodzakelijk, om cryptografische geoefendheid onafgebroken voort te zetten, hetzij door het periodiek houden van herhalingscursussen, hetzij door organisatie van centra van cryptografische studiën in vredestijd, in den geest zooals in Frankrijk reeds vóór den oorlog bestonden. Het is daarbij boven dien noodig, dat alle Diensten ten nauwste met elkander samen werken, zooals: politie, justitie, recherche, diplomatie, buiten- landsche Zaken, leger en marine. Die samenwerking, welke in Frankrijk daadwerkelijk bestond, ontbrak in Duitschland, hetgeen verklaarbaar is, als men den jeugdigen leeftijd van het Duitsche Rijk in aanmerking neemt. Gebrek aan ervaring was daarvan het gevolg. Bovendien of misschien juister gezegd daardoor ontbrak in de hoogere regionen een voldoend begrip van de waarde van den cryptografischen dienst. Vertrouwende op de veiligheid van de door de met den vercijferingsdienst belaste officieren (niet-specialist) uitgewerkte-vercijferingssystemen, beschouwde de Generale Staf dien dienst als van weinig belang, en overigens als geheel op de hoogte van zijn tijd. Het bleek dan ook al ras, dat de vercijferingssystemen eener- zijds veel te gecompliceerd waren, en anderzijds, dat het daarvoor aangewezen personeel slecht geoefend was in het toepassen er van. De voorschriften aangaande de vercijfering hadden klaar blijkelijk geen rekening gehouden met de eischen van practische bruikbaarheid te velde. Dat de Duitschers geen voor veldgebruik practisch geschikt stelsel bezaten, moge ook blijken uit hetgeen Kolonel Nicolaï, die tijdens den oorlog „Chef des Nachrichtendienstes der deut- schen Obersten Heeresleitung" was, daaromtrent zegt op blz. 143 van zijn bekende werk„Geheime Machte"„Bei der Abteilung „III B wurde eine wissenschaftliche Abteilung notwendig, daneben 349

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 3