tie te geven, dat zij op het oogenblik van springen geen deef meer uitmaakt van de granaat. Dit werd verkregen door haar uit twee helften samen te stellen, zoodat zij bij het uitwerpen uit eenvalt en de granaat niet verder in haar baan kan vergezellen.. De uitwerpveer der oefenhandgranaten wordt thans ver vaardigd van z. g. pianodraad van eene natuurlijke harding, groote trekvastheid en zeer groote veerkracht. De n o k van de oefendetona- toren, welke vroeger bij het draaien werd uitgespaard, is thans vervangen door een, bijkans over de geheele middellijn van den detonator, ingelaten nok. Buitendien heeft de nok iets grootere afmetingen gekregen, waardoor de exercitiedetonator niet in de scherpe granaat kan worden geplaatst. Ten slotte is, teneinde verwisseling tusschen scherpe en exercitiedetonatoren te voor komen, de oefendetonator aan de bovenzijde van het beschrijvend oppervlak van 4 uitfreezingen voorzien. Men vertrouwt door deze verbeteringen de vele defecten aan exercitiehandgranaten in den. vervolge te voorkomen. Voor wat betreft de vastgestelde werpoefeningen, stonden bij het samenstellen van het vooischrift den bewerkers geen andere gegevens ten dienste, dan die verkregen bij eene daarvoor uit gezochte proefafdeeling, waarin verschillende landaarden verte genwoordigd waren De door schrijver voorgestane wijze van vasthouden van de granaat, n. 1. met den wijsvinger gekromd op het deksel, werd ook bij de beproeving reeds gesuggereerd. Te gen deze methode bestond echter het bezwaar, dat gevaar ont stond voor het blijven haken van band of veiligheidsreep bij het wegwerpen. Zou de praktijk bewijzen, dat dit gevaar denkbeeldig is, dan zou een wijziging van het voorschrift terzake overweging verdienen. Tegen het voorstel nietgesprongen scherpe handgranaten op te ruimen, door deze op korten afstand met de karabijn onder vuur te nemen, bestaan technisch geen bezwaren, temeer daar proeven hebben aangetoond, dat bij treffen van den detonator de granaat onvoorwaardelijk springt. Schrijver vergete echter niet, dat juist de te verwaarloozen scherfwerking van de granaat nagenoeg elk terrein, zelfs van kleine afmetingen, geschikt maakt voor het houden van oefeningen met scherp, zoodat in de praktijk een dergelijk terrein het schieten met de karabijn niet zal toelaten. 408

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 62